Geef hier een voorstelling van uw organisatie, en meer bepaald van haar Good Food-benadering.

Schijf van vijf kwartet

Kenmerken:
Doel: Stimuleert taalontwikkeling door slimme vragen te stellen en goed op te letten. 
Kwartet: Vind vier dezelfde kaarten van het betreffende onderwerp.
Oefenvorm: Ontdekken van de verschillende voedingsgroepen. 
Leeftijd: Geschikt voor alle leeftijd.
Aantal spelers: 2 tot 4 spelers.
Speelduur: Ongeveer 15-20 minuten per spel.

Speluitleg:
Het spel werkt volgens het bekende kwartetprincipe, waarbij spelers setjes van vier bij elkaar horende kaarten proberen te verzamelen.
In het geval van de schijf van vijf zijn deze sets gebaseerd op verschillende voedingsgroepen. 
 

Inhoud van het spel:
40 kaarten met 8 sets.

Materialen

Tips om planten te verplaatsen

Denk er in de herfst eens over na om je frambozen-, aardbeien-, rabarber- of muntplanten te delen. Het netwerk van de Moestuingidsen geeft je graag advies oveér het verplanten en beantwoordt al je vragen. 

Luister naar het 'Liedje van het delen' van de Brusselse Moestuingidsen.

 

Tips om een frambozenstruik te verplaatsen

De herfst is de ideale tijd om je frambozenstruiken te verplaatsen en te verplanten.

Als je frambozenstruiken het goed doen (goede blootstelling en rijke grond), zullen ze zich waarschijnlijk hebben vermenigvuldigd met hun wortels en meerdere nieuwe, jonge scheuten hebben geproduceerd. De frambozen kunnen al snel een struik vormen en ; ook al had je ze op één plaats gestart, het komende jaar gaan de scheuten mogelijks ergens anders ‘naartoe’. Je kunt dan enkele frambozenstruiken willen verplaatsen om een aantal goede redenen (het bed beperken, een pad vrijmaken, enkele weggeven, enz.)

Wanneer is de beste tijd om frambozen te verplanten?

De ideale tijd om je frambozenplanten te verplaatsen is tussen november en maart, tijdens de "rustperiode" van de plant en buiten de vorstperiode. Maar de herfst is nog meer aan te raden, om de plant aan te moedigen opnieuw te wortelen tijdens de winter.

Hoe?

Om je frambozenscheuten te verplaatsen, neem je een spade. Snijd gewoon rond de scheut, om hem te scheiden van de moederplant. Verplant vervolgens de kluit met daarin de scheut in een nieuw gat.

Voor je nieuwe plek:

  • Kies een plek in de zon of gedeeltelijke schaduw;
  • Graaf een gat van ongeveer 30 cm diep (voor terrassen kun je ze in een bak van 40 cm diep planten);
  • Voeg eventueel wat compost toe;
  • Plaats de kluit met daarin de plant;
  • Geef water en vul opnieuw op;
  • Als de verplaatste stengel groot is, snoei hem dan terug tot ongeveer 30 cm boven de grond;
  • Plant je meerdere frambozen, plaats elke plant ongeveer 30-40 cm uit elkaar.

NB: Deze methode is geldig voor alle frambozentypen (doordragende herfstframboos of zomerframboos).

 

Tips om aardbeiplanten te verplaatsen

Elk jaar vormen aardbeiplanten uitlopers, waarop 1, 2 of meer jonge planten groeien. Al snel raakt de bak met aardbeiplanten vol! Waarom zou je er niet een paar uitdelen? 

Wanneer?

Tegen het einde van de zomer zijn de jonge planten sterk genoeg om van de moederplant afgesneden te worden. Van augustus tot februari is het dé moment om aardbeiplanten te verplaatsen of te planten. Vermijd wel vorstperiodes om de wortels niet te beschadigen. 

Hoe?

  • Snijd de uitlopers af die de jonge plant met de andere planten verbinden en graaf de plant met de wortels op. 
    Vaak is de eerste plant aan de uitloper (de eerste in de buurt van de “moederplant”) het meest interessant. 
  • Aardbeiplanten kunnen  gedurende enkele uren of zelf een dag met blote wortels bewaard worden, zolang de wortels vochtig blijven. 
  • Om ze langer te houden voordat je ze op hun definitieve plek zet, zet je ze in een pot (bijvoorbeeld een pot met een diameter van 8 tot 10 cm) in een mengsel van aarde en compost of gewoon de aarde waaruit ze zijn opgegraven. 
  • Heb je ze in een potje gezet, kun je wachten tot de lente om ze te verplanten. Tegen die tijd heeft de plant wortels gevormd en is het makkelijker om te verplanten. Planten met blote wortels kun je het beste binnen 24 uur verplanten. 
  • Om de nieuwe aardbeiplant te planten, maak je de grond een beetje los en als de grond erg zwaar of zandig is, voeg je een beetje compost toe. 
  • Geef na het planten genoeg water, zodat de wortels en de grond contact maken. 
  • Vermijd concurrentie van te veel onkruid of andere planten, vooral in het eerste jaar. 

 

Tips om munt te delen 

Munt is een zeer wilskrachtige plant die gemakkelijk teruggroeit vanuit een stengel en een wortel. 
In de tuin heeft hij de neiging om nieuwe plaatsen te gaan ontdekken en vermenigvuldigt hij zich van jaar tot jaar. Als je hem van een plek moet verwijderen of een beetje moet uitdunnen, kun je wat je opgraaft delen met anderen! 

Wanneer? 

Munt kan bijna het hele jaar door worden vermeerderd. Je moet de bloeiperiode en de vrieskou vermijden. Aan het einde van de winter is het vaak moeilijk om de wortels te vinden. In de herfst, aan het begin van de rustperiode, is de munt zichtbaar en kan hij gemakkelijk worden opgegraven. In de lente kun je zien waar hij uitkomt en kun je hem ook uitgraven. 

Hoe doe je dat? 

  • Zoek plekken waar de munt erg dicht is of waar je niet wilt dat hij groeit. 
  • Graaf een kluit munt op, bijvoorbeeld 8cm x 8cm, en snij hierbij de wortels door met een kleine schup. 
  • Als je de plant direct ergens anders wilt planten, maak je de grond gewoon een beetje los en plant je hem op de nieuwe plek. 
  • Plaats anders je kleine tak met wortels in een pot (bijv. 9cm diameter) gevuld met tuinaarde, een compost/grondmengsel of een ecologische potgrond. 
  • Geef de munt voldoende water (hij heeft niet graag dorst!), en geef zeker eens een plantje aan je buren, vrienden, enz. 

Planten? 

Vergeet niet dat munt zich nogal uitbreidt in de volle grond. Plant het dus niet aan de rand van een hek met je buren zonder hun toestemming, of op een plek die al erg vol is. Munt verplaatst zich een beetje van het ene jaar op het andere en kan een min of meer dicht tapijt vormen als de omstandigheden goed zijn. 
Als je hem in een pot zet, vergeet dan niet om de grond om de paar jaar te vervangen, zodat hij 'verhuist'. De munt zal je er dankbaar voor zijn!

 

Tips om een rabarberplant te splitsen

In november valt de rabarber open en verwelken de laatste bladeren. Dat is de ideale moment om de rabarber te splitsen om ze te vermeerderen.

Rabarber is een vaste plant die elk jaar uit zijn wortels teruggroeit. Door deze wortels te splitsen, is het mogelijk om de plant te vermeerderen, waardoor genetisch identieke rabarberplanten ontstaan.

Hoe?

Het enige wat je hoeft te doen is de wortel opgraven en deze (bijvoorbeeld met een spade) in verschillende delen snijden, die elk meerdere knoppen bevatten. Plant de wortels vervolgens ongeveer 1 tot 1,5 meter uit elkaar.

Een woordje advies

Omdat rabarber erg gulzig is, is het nu tijd om wat compost toe te voegen.

In beeld

Klik hier voor onze tutorial over het vermeerderen van rabarber.

 

Vragen?

Neem contact op met een moestuingids. Je vindt hun contactgegevens in de wijzer van de Brusselse Moestuingidsen.  

Documentatie

Hoe kunt u een eventuele bodemverontreiniging in uw moestuin identificeren?

Kweek uw groenten op een gezonde bodem!

U wilt groenten of fruit telen? Een uitstekend idee! Eerst en vooral moet u de kwaliteit van de bodem kennen waarin ze zullen groeien: is hij vruchtbaar, bevat hij veel organisch materiaal? En denk eraan: een gezonde bodem is een bodem zonder verontreinigende stoffen! Bodemverontreiniging ziet u niet met het blote oog, maar ze kan de kwaliteit van uw voedselproductie beïnvloeden. Ze kan ook impact hebben op uw gezondheid en leefomgeving. 

U hoeft zich echter geen zorgen te maken, een mogelijke bodemverontreiniging hoeft geen rem te zetten op uw voedselproductie. Maar u moet wel waakzaam blijven:  terreinen waarop nooit menselijke activiteit heeft plaatsgevonden, zijn zeldzaam of zelfs onbestaand. In ons Gewest, waar vroeger industrie aanwezig was en dat sterk verstedelijkt is, zijn een aantal terreinen waarschijnlijk verontreinigd. 

Hoe herkent u bodemverontreiniging in een moestuin?

Sommige elementen die op verontreiniging wijzen, kunnen aan de hand van de geur of op basis van waarneming worden vastgesteld:

  • Wanneer er asresten of brokken teer aanwezig zijn, kan de bodem verontreinigd zijn met koolwaterstoffen(PAK's).
  • Wanneer er een olievlek op een waterplas drijft of u olie ziet/ruikt in de grond, kan de bodem verontreinigd zijn door brandstoffen, oplosmiddelen of smeerolie.

Ook de plaats en de omgeving goed observeren kan aanwijzingen geven voor een eventueel risico van bodemverontreiniging:

  • De aanwezigheid van afval waarin vloeistoffen werden bewaard (bijvoorbeeld lege olievaten, bussen met oplosmiddelen …)
  • Bouwafval (bijvoorbeeld plaatijzer, metalen, aanvulgrond …)
  • Sommige bedrijven kunnen bodemverontreiniging veroorzaken door de aard van hun activiteiten (bijvoorbeeld vervuiling met minerale olie kan afkomstig zijn van garages waar voertuigen worden onderhouden)
  • Oude spoorwegterreinen kunnen opgehoogd zijn met as.
  • Een zone waar er een interventie van de brandweer nodig was naar aanleiding van een brand

Meer informatie hierover vindt u op onze webpagina’s:

Hoe weet u of uw terrein verontreinigd is? Heel eenvoudig volg de 6 stappen van de gids ‘bodemanalyse voor telen in de stad’.

Een aantal goede praktijken en preventiemaatregelen volstaan om de verontreiniging een halt toe te roepen.

Welke chemische stoffen kunnen uw moestuin verontreinigen?

De verontreiniging van de bodem kan verschillende oorzaken hebben:  een economische, ambachtelijke of industriële activiteit; ophoging van een terrein met vervuilde materialen; gebruik van chemische pesticiden; gebruik van blusschuim bij een brand; …

Dit zijn de 6 belangrijkste stoffen die een moestuin kunnen verontreinigen

Zware metalen

De “zware metalen” zijn een uitgebreide klasse van chemische elementen. Sommige zware metalen die in het milieu aanwezig zijn en een bepaalde drempel niet overschrijden, worden niet als toxisch beschouwd. Sommige zijn van nature in een bepaalde concentratie aanwezig in de bodem of het grondwater, zoals koper, zink of ijzer.

Andere zware metalen kunnen zeer toxisch zijn voor mens en milieu, afhankelijk van hun aard en concentratie, onder meer lood en cadmium.

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's)

Er zijn tal van PAK-verbindingen en ze kunnen erg giftig zijn. Ze ontstaan voornamelijk na een onvolledige verbranding: autobrandstoffen, hout, steenkool, verbrandingsovens ... Een gedeelte van die specifieke verontreiniging is kankerverwekkend. We vinden PAK’s o.a. in opgehoogde grondlagen, brokken teer en asresten.

Minerale oliën

Minerale oliën zijn een groep chemische stoffen afgeleid van ruwe olie, die overal in onze maatschappij aanwezig zijn en toxisch kunnen zijn … Stookolie, brandstoffen, smeerolie voor voertuigen of tuinmachines. Sommige minerale oliën worden ook als ontvettings- of oplosmiddel gebruikt, zoals white spirit.

Pesticiden

Vroeger werden chemische pesticiden algemeen gebruikt. Veel van die stoffen zijn helaas moeilijk afbreekbaar en blijven lange tijd in de bodem aanwezig. Ze zijn schadelijk voor de mens ook giftig voor veel dier- en plantensoorten

PFAS

PFAS zijn door de industrie gemaakte verbindingen die niet van nature voorkomen. Deze stoffen komen voor in veel producten en voorwerpen die we in het dagelijks leven gebruiken, o.a. in papieren voedselverpakkingen (voor fastfood of pizza's), in de coatings van Teflon® anti-aanbakpannen, in cosmetica, in waterdichte kleding en sommige brandbestrijdingsschuimen .... 

PFAS worden ook wel 'eeuwige' chemische vervuilers genoemd, omdat ze niet gemakkelijk afbreken,  honderden jaren in het leefmilieu aanwezig blijven en uiteindelijk terechtkomen in levende organismen, waaronder de mensen.

ASBEST

Asbest is een materiaal met een sterke vezelstructuur, waardoor het verwerkbaar is tot een eindproduct met specifieke eigenschappen (isolerend vermogen, brandwerend, zuurbestendig, sterk en flexibel). Sinds 1998 is het produceren, verhandelen en hergebruiken van asbest verboden, maar door zijn vele toepassingen is asbest wijd verspreid in onze leefomgeving. Inhalatie van asbestvezels brengt echter serieuze gezondheidsrisico’s met zich mee.

Praktische gids ‘bodemanalyse voor telen in de stad’

Hoe weet u of uw terrein verontreinigd is? Heel eenvoudig: volg de 6 stappen van de praktische gids ‘bodemanalyse voor telen in de stad’.

Goede praktijken om bodemvervuiling in de moestuin te voorkomen

  • Gebruik geen toxische producten en vooral geen pesticiden. Zie de tips op onze site: natuurlijke moestuin.
  • Vermijd het uitstrooien van as omdat dit polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) of andere verontreinigende stoffen kan bevatten wanneer dit het resultaat is van (onvolledige) afvalverbranding.
  • Gebruik compost van goede kwaliteit en van betrouwbare herkomst, want compost van twijfelachtige herkomst kan vervuilende stoffen bevatten door de aanwezigheid van vervuild organisch afval, bijvoorbeeld groenafval afkomstig van een vervuild terrein. Ook wanneer je grond toevoegt, verzeker je dan van de herkomst.
  • Het toevoegen van goede compost aan je bodem zal het afbraakproces van verontreinigende stoffen zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) en resten van pesticiden verbeteren.
  • Gebruik geen regen- of putwater als u vermoedt dat het verontreinigd is.  Het gebruik van water dat afkomstig is van een zinken dak of een dak in asbestcement is af te raden omdat het de bodem kan besmetten.
  • Voer het onderhoud van uw tuinmachines die met benzine werken (bijvoorbeeld bosmaaier, grasmaaier) niet uit in de moestuin.
  • Gebruik geen geschilderde elementen in uw tuin (tuinhuis, afsluiting,..). De verf kan mettertijd loskomen en de componenten kunnen in de bodem terechtkomen.
  • Gebruik geen asbestverdacht materiaal in uw tuin.

Hoe beschermt u zich tegen bodemverontreiniging in de moestuin?

Algemene beschermingsmaatregelen

In het algemeen moet u groenten en fruit altijd wassen voor u ze eet. We raden u ook aan de handen te wassen nadat u in de tuin hebt gewerkt.

Voor u uw moestuin aanlegt

  • De beste manier om het risico dat u in contact komt met een bodemverontreiniging te verkleinen, is de plaats waar u een moestuin wilt aanleggen met zorg kiezen. Kies een geschikte en niet verdachte plaats in uw tuin.
  • Als u al een analyse hebt laten uitvoeren en  drempelwaarde 1  is overschreden voor cadmium, lood, PFAS of asbest of drempelwaarde 2 is overschreden voor minstens één andere parameter, leg dan geen moestuin aan in volle grond ter hoogte van de verontreinigde zone(s). Teel uw groenten in bakken of andere recipiënten die u vult met schone grond en compost waarvan u de herkomst kent.
  • Als u (nog) geen analyse hebt laten uitvoeren, leg dan geen moestuin aan in volle grond in opgehoogde zones met bouwafval, asbestverdacht materiaal, as, enz. Ook zones in de onmiddellijke omgeving van grote verkeersaders, spoorwegen of bepaalde economische en industriële activiteiten worden beter niet gebruikt om een moestuin aan te leggen.
  • Als u twijfelt, kunt u vooraf een bodemstaal laten analyseren om de aanwezigheid van bodemverontreiniging uit te sluiten. Kijk op de sectie: Praktische gis 'bodemanalyse voor telen in de stad'.

Bij het tuinieren

  • Zorg voor een gezonde en vruchtbare bodem. Dat kunt u doen door regelmatig compost of mest aan de bodem toe te voegen. Organisch materiaal in de bodem heeft immers een positief effect op de structuur en het microbiologisch leven in de bodem. Dat kan een impact hebben op de immobilisatie en zelfs de afbraak van bepaalde organische verontreinigende stoffen.
  • Zorg ervoor dat uw bodem niet te zuur is (pH). In zuurdere grond komen zware metalen namelijk gemakkelijker vrij en kunnen ze door de planten worden opgenomen.  Zandgrond is meestal zuurder dan kleigrond. De laboratoria, maar ook bepaalde tuincentra, kunnen de zuurtegraad van uw grond analyseren. Om de zuurtegraad van de bodem te verminderen, kunt u bijvoorbeeld kalk of rijpe compost toevoegen.
  • Laat de grond niet braak liggen. U kunt de bedden bedekken met compost of gehakseld groenafval om te vermijden dat bodemdeeltjes worden verspreid door de wind of de regen. Het bedekken van de bodem helpt ook om hem te beschermen tegen droogte en slecht weer. Bovendien helpt het ook om de groei van onkruid tegen te gaan. 

Speelt het soort groente dat ik kweek een rol bij de bodemvervuiling?

Waarom sommige planten meer verontreinigende stoffen opslaan dan andere, hangt af van verschillende factoren. Het type bodem of de aard van de verontreinigende stof zijn bijvoorbeeld belangrijk.

Met de huidige kennis is het niet eenvoudig om gedetailleerde aanbevelingen te geven voor het type groenten dat u kunt telen afhankelijk van de aanwezige soort verontreiniging.

Globaal kunnen we inzake de verontreiniging met zware metalen het volgende onderscheid maken:

  • Fruit, fruitgroente en granen: zijn het minst gevoelig voor verontreinigende stoffen.

Bijvoorbeeld: tomaten, aubergines, paprika’s, okra (alleen de korrels in de peulen), courgetten, maïs, komkommer, meloenen, doperwten en bonen, uien (alleen de bol) en fruitbomen zoals appel- en perenbomen.

  • Wortelgroenten: kunnen verontreinigende stoffen in de bodem tussentijds binden. Een deel van de zware metalen zal aan de buitenkant van de groenten blijven kleven.  Was ze dus goed of schil ze voor u ze eet.

Voorbeelden: wortelen, bieten, aardappelen en rapen.

  • Bladgroenten en aromatische kruiden: bevatten in het algemeen de grootste concentraties verontreinigende stoffen. Teel ze dus alleen in een niet verontreinigde bodem of teel ze in bakken in geval van twijfel.

Voorbeelden: sla, spinazie, veldsla, verschillende kolen, broccoli, prinsessenbonen en peultjes, tijm.

Meer informatie?

Als u na het lezen van deze pagina’s nog vragen hebt in verband met een eventuele bodemverontreiniging van uw moestuin, kunt u onder meer contact opnemen met:

  • De bodemfacilitator van Leefmilieu Brussel. Hij kan u het beleid voor het beheer van verontreinigde bodems in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitleggen.
  • De bodemverontreinigingsdeskundigen. Zij kunnen u informeren over de technische en wetenschappelijke aspecten van bodemverontreiniging, bodemonderzoeken of zelfs de behandeling van een bodemverontreiniging. U moet wel weten dat dit privébedrijven zijn en dat het advies niet gratis is!
  • De erkende laboratoria kunnen u eveneens advies geven in verband met de chemische analyses die u kunt laten uitvoeren.

Er zijn ook organisaties die zich bezighouden met de problematiek van moestuinen in de stad. U vindt ze in ons portaal Good Food.

Bronnen
Voor het samenstellen van deze gids heeft Leefmilieu Brussel zich gebaseerd op zijn ervaringen met de begeleiding van bodemanalyses van collectieve moestuinen, de ervaringen van de “bodemfacilitator”, gesprekken met onder meer laboratoria en OVAM, en het voorbeeld van andere gidsen, zoals de gids van Toronto “From the ground up”.

Disclaimer
Deze aanbevelingen zijn van algemene informatieve aard.
Het Brussels Instituut voor milieubeheer (Leefmilieu Brussel) ziet erop toe dat deze aanbevelingen zo correct en volledig mogelijk zijn, maar kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de manier waarop ze worden gebruikt en geïnterpreteerd.
Leefmilieu Brussel geeft geen enkele garantie met betrekking tot de geschiktheid van bodems voor tuinieren of andere situaties die van toepassing zijn op tuiniers. Het is de taak van de tuinier om te zorgen voor geschikte omstandigheden om te tuinieren op de gekozen locatie.

Documentatie

Praktische gids ‘bodemanalyse voor telen in de stad’

Hoe weet u of uw terrein verontreinigd is? Heel eenvoudig: volg de 6 stappen van de praktische gids ‘bodemanalyse voor telen in de stad’!

Stap 1: Info verzamelen ivm de staat van de bodem van uw terrein

Vooraleer tot een bodemanalyse over te gaan, kunt u best zoveel mogelijk informatie verzamelen over uw terrein. Aan de hand daarvan kunt u de eventuele verontreinigingsrisico’s bepalen, de aard van de mogelijke verontreiniging en de zones waar het risico het grootst is. Het is dus belangrijk om deze risico’s vooraf te beoordelen.

De kaart met de staat van de bodem en de PFAS-kaart zijn de gemakkelijkste en belangrijkste hulpmiddelen om na te gaan of uw terrein (mogelijks) verontreinigd kan zijn. U kunt ze gratis raadplegen op de website van Leefmilieu Brussel en ze zullen u helpen om te bepalen of er risico’s zijn voor uw gezondheid. Deze kaarten worden elke dag bijgewerkt op basis van gemelde incidenten, uitgevoerde studies en werken en nieuwe, stopgezette of overgedragen activiteiten.

Kaart met staat van de bodem

  • Mijn terrein is niet opgenomen in de bodeminventaris

Dit betekent dat Leefmilieu Brussel niet over informatie over een mogelijke bodemverontreiniging beschikt. In dat geval raden we u aan de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar stap 2: uw terrein observeren en kennen.

  • Mijn terrein is opgenomen in de bodeminventaris

Leefmilieu Brussel kent een categorie toe aan elk perceel dat in de bodeminventaris is ingeschreven.
Deze categorieën werden oorspronkelijk niet gedefinieerd met het oog op stadslandbouw. De onderstaande tabel geeft voor elke categorie indicaties betreffende de aanleg van een moestuin.

Tabel: categorieën bodeminventaris

Uw terrein behoort tot categorie:Wat moet u doen?
0 (geel)
Mogelijk verontreinigde percelen
Deze categorie bevat de terreinen waar verontreiniging wordt vermoed. Het is dus aan te raden bodemanalyses uit te voeren vooraleer met het telen te beginnen. In geval van (onder andere) een verkoop van het terrein  is een verkennend bodemonderzoek verplicht. In overeenstemming met de geldende wetgeving zal een bodemverontreinigingsdeskundige dit verkennend bodemonderzoek uitvoeren. Hij kan ook onderzoeken of uw moestuin al of niet verontreinigd is.
Deze categorie kan overlappen met een van de onderstaande categorieën en in dat geval zijn er al bodemonderzoeken beschikbaar.
1 (groen)
Niet-verontreinigde percelen
Er zijn al bodemonderzoeken beschikbaar : uw terrein is niet verontreinigd. Indien er boringen ter hoogte van de moestuin, boomgaard of het pluimvee uitgevoerd werden, kunt u deze zonder problemen verder zetten of starten. Indien de locatie ervan niet onderzocht werd, raden we u aan om de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar “Stap 2: uw terrein observeren en kennen”.
2 (lichtblauw)
Licht verontreinigde percelen zonder risico

Er zijn bodemonderzoeken beschikbaar: uw terrein is licht verontreinigd. Indien er boringen ter hoogte van de moestuin, boomgaard of het pluimvee uitgevoerd werden, kunt u deze zonder problemen verder zetten of starten. Zo niet raden we u aan om   de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar “Stap 2: uw terrein observeren en kennen”.

Aandachtspunt: als u zich in een industriezonebevindt, zullen de gehanteerde verontreinigingsnormen minder streng zijn. De verontreiniging kan dus aanzienlijk zijn, maar het terrein zal tot categorie 2 behoren. U moet dus de resultaten van het onderzoek opvragen en ze analyseren.

Als u zich daarentegen in een groene zone bevindt, zullen de normen strenger zijn.

3 (donkerblauw)
Verontreinigde percelen 
Uw terrein is verontreinigd. Een analyse van de uitgevoerde bodemonderzoeken is nodig om na te gaan of er zones op het terrein zijn waar het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee mogelijk is (zones waar de bodem niet verontreinigd is). Betreft het een verontreiniging met Lood, Cadmium, PFAS, pesticiden of asbest, in de bovenste 60 cm, dan is het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee ter hoogte van de verontreiniging niet toegestaan. Betreft het een verontreiniging met andere parameters dan dienen de gebruiksbeperkingen opgelegd in de risicostudie gevolgd te worden. De bodemfacilitator kan u helpen bij de interpretatie van de bodemonderzoeken.
4 (Paars)
Verontreinigde percelen in onderzoek of behandeling
Uw terrein is verontreinigd en er worden onderzoeken uitgevoerd. Het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee is niet toegestaan op een bodem die in de bovenste 60 cm verontreinigd is met Lood, Cadmium, PFAS, pesticiden of asbest. Betreft het een verontreiniging met andere parameters dan dienen de gebruiksbeperkingen (opgelegd na het afsluiten van de bodemprocedure) gevolgd te worden. Raadpleeg de uitgevoerde bodemonderzoeken om na te gaan in welke zones het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee mogelijk is (de zones waar de grond niet verontreinigd is). De bodemfacilitator kan u hierbij  helpen.

*De normen worden bepaald op basis van het gewestelijk bestemmingsplan dat u kunt raadplegen via deze link.

Hoe kunt u de gedetailleerde resultaten van de uitgevoerde bodemonderzoeken verkrijgen?

Mits schriftelijke toestemming van de persoon die het onderzoek heeft laten uitvoeren (de eigenaar of uitbater van het terrein), kunt u Leefmilieu Brussel een elektronische kopie van het onderzoeksrapport of de niet-technische samenvatting vragen. Die aanvraag is betalend (de niet-technische samenvatting is gratis) en gebeurt via een formulier dat beschikbaar is op de website van Leefmilieu Brussel of via het platform IRISbox, het elektronische loket van het Brussels Gewest. 

PFAS-kaart

Dit betekent dat volgens de informatie waarover Leefmilieu Brussel beschikt er geen theoretisch risico is op een verontreiniging met PFAS. In dat geval raden we u aan de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar “Stap 2: uw terrein observeren en kennen”.

Dit betekent dat volgens de informatie waarover Leefmilieu Brussel beschikt er een theoretisch risico is op een verontreiniging met PFAS. Afhankelijk van de kleur van uw terrein is dit risico groot of zeer groot. Er is een vermoeden van verontreiniging, in dat geval is het aangeraden om bodemanalyses uit te voeren vooraleer u begint te telen.

Stap 2: Uw terrein observeren en kennen

Het terrein systematisch observeren geeft een goede indicatie van de elementen die het mogelijk verontreinigen of verontreinigd hebben.

U kunt ook meer informatie inwinnen over de geschiedenis van het terrein, bijvoorbeeld bij de buren of de gemeente.

Doe de test: als het antwoord op een van de volgende vragen JA is, kan de bodem van uw terrein verontreinigd zijn:

  • Is/was er een stookolietank aanwezig?
  • Bevinden er zich bussen of flessen met (resten van) gevaarlijke producten (gebruikte olie, oplosmiddelen enz.) op het terrein?
  • Ziet u as op de bodem (bijvoorbeeld afkomstig van een allesbrander)?
  • Is de bodem opgehoogd (in dat geval bevat hij meestal bouwafval, stukken baksteen of zelfs kleine hoeveelheden afval, stukjes plastic …)?

Aarzel niet om de bodem een beetje uit te graven.

  • Ligt er afval (bijvoorbeeld plaatstaal, metalen …)?
  • Ligt er asbestverdacht materiaal?
  • Ruikt de bodem verdacht naar olie of oplosmiddelen bijvoorbeeld? (een geur van rottende planten is geen verontreiniging!)
  • Ligt uw terrein naast een grote verkeersader (spoorweg, autosnelweg, drukke weg …)?
  • Zijn andere omwonenden of vroegere gebruikers op de hoogte van elementen die op mogelijke bodemverontreiniging kunnen wijzen (vorig gebruik van het terrein bijvoorbeeld) ? Aarzel niet om het hen te vragen!
  • Is er een interventie van de brandweer geweest ten gevolge een brand ?

Wat moet ik doen als er elementen zijn die op bodemverontreiniging wijzen?

In dat geval is het nuttig om een bodemstaal van één of meer verdachte zones te nemen en het te laten analyseren.

Stap 3: Een laboratorium kiezen

Bepaal, voor u een staal neemt, naar welk laboratorium u uw bodemstalen wilt sturen om ze te laten analyseren.

U kunt kiezen uit: 

Vraag, nadat u een laboratorium hebt gekozen, welke procedure u moet volgen om een analyse aan te vragen (de meeste laboratoria hebben daar aanvraagformulieren voor).

Indien u PFAS wil laten analyseren, vraag dan zeker of dit mogelijk is in het labo dat u hebt gekozen! Op de website van OVAM staat een lijst van labo’s die PFAS in de bodem analyseren. OVAM is echter niet verantwoordelijk voor de volledigheid ervan.

Stuur uw staal zo snel mogelijk naar het laboratorium -via de post of met een koerier- en vraag uw analyse aan (sommige laboratoria hebben een eigen koerier).

Het is aan te raden de eigenaar van het terrein op de hoogte te brengen wanneer u een bodemanalyse laat uitvoeren en hem de resultaten te bezorgen.

Stap 4: Een bodemstaal nemen in uw moestuin

De methode waarmee u de stalen neemt, kan het resultaat van de analyse beïnvloeden en zelfs vervalsen. Het is dus heel belangrijk dat al het materiaal schoon is. U moet het potje voor het staal en het schepje dus goed schoonmaken en grondig spoelen met zuiver water (andere reinigingsmiddelen zijn niet toegestaan). Laat ze daarna in de lucht drogen. Het schepje moet gemaakt zijn van roestvrijstaal. 

De meeste laboratoria beschikken ook over gebruiksklare potjes voor bodemstalen die u vooraf niet hoeft te reinigen of te spoelen.

Welk materiaal hebt u nodig? 

  • Notaboekje en potlood (optioneel)
    • Opgelet: indien u PFAS wil laten analyseren mogen geen hardcovernotitieboekjes of plastiekclipboards gebruikt worden.
  • Nieuwe wegwerphandschoenen of nitril handschoenen voor PFAS
  • Een schoon, onbeschadigd stuk plastic zeil (optioneel)
  • Schone glazen bokaal van minstens 400 ml
  • Schepje of spade
  • Etiketten
  • Koelbox of koelelementen (voor de analyse van de vluchtige stoffen)
    • Opgelet: indien u PFAS wil laten analyseren zijn flexibele koelelementen met koelvloeistof niet toegestaan.

Indien u PFAS wil laten analyseren, moet u ook op onderstaande letten:

  • Vermijd rechtstreeks contact tussen waterdichte kleding en het staal dat u neemt
  • Voorkom dat regenwater via kleding in het staal loopt
  • Gebruik geen kleding dat met wasverzachter gewassen werd
  • Schoenen/laarzen moeten gemaakt zijn van polyurethaan (PU/PUR) of PVC, ze mogen geen Gore-Tex bevatten en niet behandeld geweest zijn met waterafstotende producten
  • Gebruik voor u het staal neemt geen vochtinbrengende middelen, handcrème, zonnecrème, muggenmelk of andere gerelateerde producten

Hoeveel stalen moet u nemen en waar?

Vooraleer u het bodemstaal neemt, kunt u best een schets maken waarop u de plaats aanduidt waar u het bodemstaal gaat nemen. Dat zal u helpen om deze plaats later terug te vinden. 

  • Voor kleine moestuinen (minder dan circa 50 m²) volstaat één staal. 
  • Voor grote moestuinen kan het nuttig zijn om meerdere stalen te laten analyseren. De onderstaande tabel geeft het minimale aantal aanbevolen stalen aan afhankelijk van de oppervlakte van de moestuin:
Oppervlakte van de moestuinAantal stalen
Tussen 50 en 250 m²2 potjes met stalen
Tussen 250 en 500 m²3 potjes met stalen
Tussen 500 en 1000 m²4 potjes met stalen

Voor een geïdentificeerde verdachte zone (bijvoorbeeld waar u een geur van olie of oplosmiddelen waarneemt, een ophoging, een zone waar een interventie van de brandweer ten gevolge een brand geweest is…) raden we aan een gericht staal te nemen. 

Als er meerdere verdachte zones zijn in de moestuin, kunt u ook beslissen om meerdere stalen te nemen. Bijvoorbeeld een staal in een zone waar zich ophogingen bevinden en een staal op een plaats die naar olie of andere stoffen ruikt.

Hoe neemt u een bodemstaal?

Om een stalenpotje te vullen, kiest u 3 plaatsen in uw moestuin en neemt u een schep (met een schepje of een schop) van de eerste 20 cm grond. Meng deze 3 grondstalen (eventueel op een schoon onbeschadigd stuk plastic) en vul de pot tot de rand met deze grond. Raak de grond niet aan met blote handen of vuile handschoenen. 

Als u een staal wilt nemen op een plaats van een verdachte zone, volstaat het om het potje alleen te vullen met grond van deze verdachte plaats (en niet verschillende stalen te mengen). Anders verdunt u het staal en krijgt u minder nauwkeurige resultaten. 

Sluit het potje goed af.

De stalen identificeren

Kleef een etiket op de pot en schrijf er uw naam en de datum van de staalname op. Als u meerdere potjes hebt, vermeld dan ook de plaats waar u de stalen hebt genomen. Dat is belangrijk om daarna de resultaten te kunnen analyseren! De schets die u hebt gemaakt, kan u daarbij helpen.  

Hoe bewaart u het staal?

Zet het staal op een koele plaats. Bewaar het nooit in de zon of in de buurt van een radiator!
Als u uw staal wil laten onderzoeken op vluchtige stoffen zoals oplosmiddelen of bepaalde brandstoffen (bv. benzine), kunt u het staal beter bewaren in een koelbox, of als dat kan, in een koelkast.

Stap 5: Een bodemstaal van uw moestuin laten analyseren

Op welke chemische stoffen moet u het staal laten onderzoeken?

De analyse van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), zware metalen en minerale oliën is al een goede basis om de staat van verontreiniging van uw moestuin te controleren.
Als u verontreiniging met andere stoffen vermoedt (ontvettingsproducten, benzine, asbest, PFAS, pesticiden enz.), kunt u vragen om het staal op andere, meer specifieke stoffen te onderzoeken. Uw laboratorium kan u informeren over de verschillende analysemogelijkheden.
De resultaten worden meestal binnen een maand verzonden.

Hoeveel kost dit?

Reken 50 tot 60 euro voor de analyse van een bodemstaal op zware metalen, PAK’s en minerale olie (maar soms zijn er meerdere stalen nodig!). De prijzen voor de andere parameters kunnen sterk variëren afhankelijk van de geanalyseerde parameter en kan oplopen tot enkele honderden euro’s. Een analyse op PFAS kost gemiddeld 200 euro. Uw laboratorium kan u informeren over de prijzen van de bodemanalyses.

Stap 6: De resultaten interpreteren

Om te weten of u voorzorgsmaatregelen moet nemen in verband met uw moestuin, kunt u de analyseresultaten die u van het laboratorium hebt ontvangen vergelijken met de drempelwaarden in de onderstaande tabel. 

Waarmee stemmen deze drempelwaarden overeen?

Drempelwaarde 1 stemt overeen met de interventienorm voor een woonzone (volgens het Gewestelijk bestemmingsplan) zoals voorzien door het besluit  tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen. Het zijn dus de officiële normen waarboven uw terrein als verontreinigd wordt beschouwd als het zich in een woonzone bevindt. Deze normen werden onder meer bepaald op basis van analyses van de risico’s voor de menselijke gezondheid en het milieu. De optiek van ongunstige scenario’s werd weerhouden omdat men rekening houdt met personen die hun gehele leven aan de verontreiniging zijn blootgesteld. 

Drempelwaarde 2 is een concentratie die door Leefmilieu Brussel werd berekend op basis van een risicobeoordelingsmodel, voor een woning met een moestuin. Boven deze berekende concentratie moeten er maatregelen worden genomen om contact met de aanwezige verontreiniging te vermijden en mogelijke negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid te vermijden. 

Stof (mg/kg)Drempelwaarde
1*
Drempelwaarde
2*
 Stof (mg/kg)Drempelwaarde
1*
Drempelwaarde
2*
Zware metalenKoolwaterstoffen
Arseen103103Naftaleen55
Cadmium6/Benzo(a)pyeen3,64,86
Chroom (III)240240Fenantreen65236
Koper1972359Fluoranteen30195
Kwik4,84,8Benzo(a)antraceen10,533
Lood560/Chryseen180375
Nikkel95151Benzo(b)fluoranteen737
Zink3334099Benzo(k)fluoranteen11,537
 Benzo(ghi)peryleen39203920
Indeno(1,2,3-cd)pyreen2037
Stof (mg/kg)Drempelwaarde
1*
Drempelwaarde
2*
 Antraceen7024420
Minerale olieFluoreen39503950
Minerale olie (C10-C40)10001000Dibenz(a,h)antraceen2,94,45
 Acenafteen1430
Acenaftyleen111
Pyreen3952387
Stof (µg/kg)Drempelwaarde 1*Drempelwaarde 2*    
PFASStof (mg/kg)Drempelwaarde 1*Drempelwaarde 2*
PFOA7,9/Asbest**100/
PFOS4,9/    
Som PFAS TOTAAL8/    

** hechtgebonden asbestconcentratie vermeerderd met tienmaal de niet-hechtgebonden asbestconcentratie

Disclaimer:
Leefmilieu Brussel kan noch direct, noch indirect aansprakelijk worden gesteld voor de manier waarop deze aanbevelingen worden gebruikt en geïnterpreteerd. De betrokkene is als enige verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat de omstandigheden geschikt zijn om op de gekozen plaats te tuinieren

Wat moet u doen als de gemeten concentratie hoger is dan deze waarden?

Er is geen drempelwaarde overschredenLow concern  (Niet “zorgwekkend”)

Uw terrein wordt niet als verontreinigd beschouwd en u kunt dus met een gerust hart starten met een moestuin of groenten blijven telen in uw moestuin.

Aanbevolen acties niveau 0

 

Drempelwaarde 1 werd overschreden voor minstens één parameter (maar niet voor cadmium, lood, PFAS, pesticiden en asbest)Medium concern (Weinig “zorgwekkend”)

De bodem van uw moestuin is licht verontreinigd. U kunt echter met een gerust hart groenten telen op voorwaarde dat u de volgende richtlijnen in acht neemt :

de aanbevelingen van niveau 0 EN de aanbevelingen van niveau 1

Drempelwaarde 1 werd overschreden voor cadmium, lood, PFAS; pesticiden en/of asbest

OF

drempelwaarde 2 werd voor minstens één andere parameter overschreden 

High concern (zeer zorgwekkend)

Het terrein is verontreinigd en gezondheidsrisico’s kunnen niet uitgesloten worden. Vermijd dus om in volle grond te telen en vermijd elk direct contact met de verontreiniging.

De aanbevelingen van niveau 0, niveau 1 EN de aanbevelingen van niveau 2 dienen in acht genomen te worden

Enkele concrete voorbeelden:  

  • Voorbeeld 1: Voor zink bedraagt drempelwaarde 1 333 mg/kg .
    Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 100 mg/kg zink bevat.  Er is dus geen drempelwaarde overschreden en ik kan groenten telen.
  • Voorbeeld 2: Voor koper bedraagt drempelwaarde 1 197 mg/kg en drempelwaarde 2 2359 mg/kg.
    Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 1200 mg/kg koper bevat. Drempelwaarde 1 is overschreden, maar drempelwaarde 2 niet.  Ik kan groenten telen, maar ik moet de aanbevelingen van niveau 1 in acht nemen.
  • Voorbeeld 3: Voor Cadmium bedraagt drempelwaarde 1 6 mg/kg.
    Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 8 mg/kg cadmium bevat. Aangezien het cadmium betreft en dit één van de uitzonderingen is samen met lood, PFAS, pesticiden en asbest, dien ik niet meer met drempelwaarde 2 te vergelijken, maar kan ik meteen besluiten dat ik geen groenten teel in volle grond ter hoogte van de verontreinigde zone. Ik teel in bakken of verplaats mijn moestuin naar een niet verontreinigde zone.  
  • Voorbeeld 4: Voor benzo(a)pyreen bedraagt drempelwaarde 1 3,6 mg/kg  en drempelwaarde 2 4,86 mg/kg.
    Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 5,9 mg/kg benzo(a)pyreen bevat. Drempelwaarde 2 is overschreden. Ik teel geen groenten in volle grond in de verontreinigde zone, maar ik teel in bakken of ik verplaats mijn moestuin naar een niet verontreinigde zone.

Aanbevolen acties

Niveau 0

Uw terrein wordt niet als verontreinigd beschouwd en u kunt dus met een gerust hart starten met een moestuin, of groenten blijven kweken in uw moestuin. Toch raden we u aan om onderstaande aanbevelingen op te volgen. 

  • Was of schil uw groenten en fruit altijd voor u ze eet.
  • Was uw handen nadat u in de tuin hebt gewerkt.
  • We raden ook aan om uw moestuin te bewerken volgens de goede praktijken voor tuinieren om toekomstige bodemverontreiniging te vermijden.

Niveau 1

Uw bodem is licht verontreinigd. U kunt echter met een gerust hart groenten telen, op voorwaarde dat u de aanbevelingen van niveau 0 en de onderstaande aanbevelingen in acht neemt.

  • Schil wortelgroenten voor u ze eet of bereidt.
  • Zorg voor een variatie in groenten en fruit en wissel af tussen groenten en fruit uit uw eigen tuin en uit de winkel.
  • Vermijd het mee in huis brengen van verontreinigde grond.
  • Niet alle planten zijn even gevoelig voor bodemverontreiniging. Teel geen planten waar verontreinigde stoffen zich opstapelen. Zie: speelt het soort groenten dat ik teel een rol bij bodemverontreiniging?
  • Laat de grond niet braak liggen :
    • Zorg dat de verontreinigde bodem zoveel mogelijk bedekt of begroeid is, zodat er zo weinig mogelijk contact met deze verontreinigde grond mogelijk is en om te vermijden dat bodemdeeltjes worden verspreid door de wind of de regen. U kunt de bedden bedekken met compost of afgehakseld groenafval. In het algemeen is dit ook een goede praktijk om de bodem en het bodemleven te beschermen.
    • Bedek de rest van de verontreinigde zone, die niet zal worden bewerkt, zoals paadjes. Bijvoorbeeld met houtsnippers om te vermijden dat iemand met de bodemverontreiniging in contact komt.

Niveau 2

Uw bodem is verontreinigd en dit kan risico’s inhouden. Neem de aanbevelingen van niveau 0, 1 en de onderstaande aanbevelingen in acht.

  • Teel uw groenten in bakken of andere recipiënten die u vult met schone grond en compost, waarvan u de herkomst kent;
  • Of bedek het terrein met een laag zand van 10 cm dik en hoog het daarna op met minstens 60 cm schone teelaarde zodat de wortels van de planten niet in de verontreinigde zone doordringen;
  • Het houden van kippen ter hoogte van de verontreinigde zone wordt afgeraden zolang er geen fysieke scheiding is met de verontreinigde grond.

U kunt de vastgestelde bodemverontreiniging ook laten saneren, bijvoorbeeld door afgraving. Om het goede verloop van de saneringswerken te garanderen, moet deze verplicht worden opgevolgd door een bodemverontreinigingsdeskundige en een bodemsaneringsaannemer. De verontreinigde grond moet bovendien worden afgevoerd naar een erkend verwerkingscentrum. Een bodemsanering brengt aanzienlijke kosten met zich mee.

Meer informatie vindt u op onze webpagina’s over de behandelingstechnieken

De verontreiniging afbakenen 

In sommige gevallen geeft de observatie van de aard van de bodem al een eerste indicatie van de omvang van de verontreiniging. Als uw terrein bijvoorbeeld een zone bevat waar u alleen natuurlijk zand ziet, en een andere zone die duidelijk werd opgehoogd (heterogene grond die stukken baksteen ed bevat), is de kans groot dat de bodemverontreiniging tot die laatste zone beperkt is.
Als een bepaalde zone of een specifiek staal verontreinigd is, kunt u ook bijkomende analyses laten uitvoeren om de verontreiniging beter af te bakenen.

Als u andere stoffen hebt laten analyseren

Als u analyseresultaten hebt voor andere verontreinigende stoffen dan de bovenvermelde stoffen, kunt u eerst en vooral de resultaten vergelijken met de interventienormen voor een woonzone die werden bepaald door het besluit tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen.
Als u een bodemverontreiniging vaststelt die deze interventienorm overschrijdt, raden we u aan een bodemverontreinigingsdeskundige te raadplegen om na te gaan welke specifieke maatregelen u moet nemen om elk contact met de verontreiniging te vermijden.

Afhankelijk van de aard van de vastgestelde verontreiniging en de gemeten concentraties, kunnen namelijk andere maatregelen noodzakelijk zijn.

Documentatie

Controleattest grootkeukens (burgers)

Het Good Food controleattest voor grootkeukens richt zich op centrale keukens waar dagelijks een groot aantal maaltijden wordt geproduceerd die bestemd zijn voor kantines in scholen, kinderdagverblijven, woonzorgcentra, bedrijven ... in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

 

Doel

Het Good Food label dient o.a. om kantines die zich richten op particulieren aan te zetten duurzamer te werk te gaan. Voor de grootkeukens bestaat zo’n label niet, terwijl zij toch vaak een belangrijke leverancier zijn van deze kantines.

Daarom werd een attest in het leven geroepen dat als doelen heeft:

  • na te gaan of een grootkeuken in staat is om aan de kantines waar ze levert een gamma aan te bieden dat voldoet aan de vereisten van het Good Food label
  • de toegang tot het label voor kantines te vergemakkelijken

 

Hoe werkt het?

Grootkeukens die een controleattest willen verkrijgen, moeten aan een aantal duurzaamheidscriteria voldoen. Daarmee tonen ze aan dat ze kantines die het Good Food label hebben, kunnen voorzien van een aanbod dat aan de standaarden van het label tegemoet komt.

Het is dus geenszins een label, enkel een bewijsstuk dat kantines kan overtuigen om met de grootkeuken te werken. De grootkeuken mag in haar communicatie dus ook niet verwijzen naar een label. Wel mag ze de Brusselse kantines waarmee ze samenwerkt laten weten dat ze het controleattest heeft behaald.

Belangrijk

  • De lijst van geattesteerde bedrijven zal niet gepubliceerd worden. Kantines die op zoek zijn naar een geattesteerde grootkeuken, kunnen de lijst aanvragen per e-mail bij de Helpdesk Kantines.
  • Een kantine zal in geen enkel geval het Good Food label kunnen halen als de grootkeuken waarmee ze samenwerkt niet beschikt over een geldig attest.
  • Het attest is twee jaar geldig.

 

Doelpubliek

Alle grootkeukens die, ongeacht het aantal maaltijden, leveren aan een restaurant of kantine in:

  • Scholen
  • Bedrijven
  • Overheidsinstellingen
  • Kinderdagverblijven
  • Universiteiten
  • Rusthuizen
  • Gezondheidscentra
  • Ziekenhuizen
  • Enz.

die gelegen zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Overheidssteun

Nic Nac Solidair

Nic Nac Solidair is een buurtkeuken in Laken.

Het project, gevestigd in het Gemeenschapscentrum Nekkersdal, wil buurtbewoners een plek bieden om elkaar te ontmoeten en kennis uit te wisselen over ecologisch koken.

Om het gevoel van eenzaamheid dat sommige bewoners voelen tegen te gaan, wil het project een netwerk ontwikkelen om te voorzien in de behoefte aan kennis over ecologisch koken en gezond eten. Het idee is dat deelnemers deze kennis mee naar huis kunnen nemen en kunnen toepassen in hun dagelijkse kookkunsten.

Dit project werd ondersteund door Leefmilieu Brussel in het kader van de oproep voor burgerprojecten Vooruit met de Wijk - thema Good Food in 2023-2024.

Inspirerende projecten

Cassonade

Cassonade is een solidair restaurant in de Hertogin van Brabantwijk in Molenbeek. In april 2021 kwamen enkele buurtbewoners samen om maaltijden te voorzien tijdens de Ramadan voor mensen in nood. Geïnspireerd door de gedeelde solidariteit, vrijgevigheid & gastvrijheid groeide een buurtplek waar men elke weekdag welkom is om een maaltijd te delen met een ander, genaamd Cassonade.

Bienvenue, Welkom, مرحباً, , Benvenuto, bienvenido, स्वागत छ!

Van maandag tot vrijdag toveren de chefs & vrijwilligers van Cassonade warme, gezonde & verukkelijke maaltijden uit hun mouwen - van Braziliaanse stoofpot tot Siciliaanse pistaichepasta, Nepalese momo, West-Afrikaanse Foutou banane en niet te vergeten <de beste couscous van Brussel>!

Buurtbewoners komen samen rond een maaltijd. Toch is Cassonade meer dan een restaurant. Geinspireerd door het alternatieve model van een gifteconomie streven we ernaar om een ontmoetingsplek te zijn voor de verschillende culturen & achtergronden die Brussel te rijk is. Een plek waar men rond de tafel, tijdens het snijden van groenten of het drinken van een koffie, in verbinding kan komen met de ander. In plaats van een ruilsysteem op basis van marktwaarde, functioneert Cassonade op giften, wat zowel een financiele bijdrage of helpen met groenten snijden kan zijn. Bij ons ben je geen consument, maar een participant die onderdeel uitmaakt van een wederkerig proces van gemeenschap & ontmoeting.

À vite! Tot snel! اراك قريبا, a presto, vejo voce em breve, चाडै भेटौला

Inspirerende projecten

Jette ta recette

Ter info: de inhoud van dit formulier bestaat alleen in het Frans

 

Le projet citoyen Jette ta recette organise des ateliers de cuisine pour apprendre ensemble à éviter le gaspillage alimentaire, consommer local et de saison. Il est porté par des membres de plusieurs Cuisines de quartier avec différentes cultures culinaires (récupération d’invendus, halal, bio…) qui souhaitent créer des temps d'échange entre elles et ouverts aux voisin·e·s du quartier.

Le groupe a organisé 6 ateliers de cuisine dans un lieu commun : la cuisine de l’Espace CBO – C’est Bon d’être Ouvert – à Jette. Pendant les ateliers, les participant·e·s se rencontrent, échangent autour de leurs pratiques culinaires et apprennent ensemble. Les ateliers sont tantôt animés par les membres des groupes Cuisines de quartier elles-mêmes, tantôt par des professionnel·le·s invité·e·s. Le projet a permis d'équiper une cuisine de quartier partagée par plusieurs acteurs·rices et de renforcer les liens et l'autonomie des membres du mouvement Cuisines de quartier.

Ce projet a été soutenu par Bruxelles Environnement dans le cadre de l’appel à projets citoyens Inspirons le Quartier - volet Good Food de 2022 à 2023.

Inspirerende projecten