Geef hier een voorstelling van uw organisatie, en meer bepaald van haar Good Food-benadering.

Hoe kunt u een eventuele bodemverontreiniging in uw moestuin identificeren?

Kweek uw groenten op een gezonde bodem!

U wilt groenten of fruit telen? Een uitstekend idee! Eerst en vooral moet u de kwaliteit van de bodem kennen waarin ze zullen groeien: is hij vruchtbaar, bevat hij veel organisch materiaal? En denk eraan: een gezonde bodem is een bodem zonder verontreinigende stoffen! Bodemverontreiniging ziet u niet met het blote oog, maar ze kan de kwaliteit van uw voedselproductie beïnvloeden. Ze kan ook impact hebben op uw gezondheid en leefomgeving. 

U hoeft zich echter geen zorgen te maken, een mogelijke bodemverontreiniging hoeft geen rem te zetten op uw voedselproductie. Maar u moet wel waakzaam blijven:  terreinen waarop nooit menselijke activiteit heeft plaatsgevonden, zijn zeldzaam of zelfs onbestaand. In ons Gewest, waar vroeger industrie aanwezig was en dat sterk verstedelijkt is, zijn een aantal terreinen waarschijnlijk verontreinigd. 

Hoe herkent u bodemverontreiniging in een moestuin?

Sommige elementen die op verontreiniging wijzen, kunnen aan de hand van de geur of op basis van waarneming worden vastgesteld:

  • Wanneer er asresten of brokken teer aanwezig zijn, kan de bodem verontreinigd zijn met koolwaterstoffen(PAK's).
  • Wanneer er een olievlek op een waterplas drijft of u olie ziet/ruikt in de grond, kan de bodem verontreinigd zijn door brandstoffen, oplosmiddelen of smeerolie.

Ook de plaats en de omgeving goed observeren kan aanwijzingen geven voor een eventueel risico van bodemverontreiniging:

  • De aanwezigheid van afval waarin vloeistoffen werden bewaard (bijvoorbeeld lege olievaten, bussen met oplosmiddelen …)
  • Bouwafval (bijvoorbeeld plaatijzer, metalen, aanvulgrond …)
  • Sommige bedrijven kunnen bodemverontreiniging veroorzaken door de aard van hun activiteiten (bijvoorbeeld vervuiling met minerale olie kan afkomstig zijn van garages waar voertuigen worden onderhouden)
  • Oude spoorwegterreinen kunnen opgehoogd zijn met as.
  • Een zone waar er een interventie van de brandweer nodig was naar aanleiding van een brand

Meer informatie hierover vindt u op onze webpagina’s:

Hoe weet u of uw terrein verontreinigd is? Heel eenvoudig volg de 6 stappen van de gids ‘bodemanalyse voor telen in de stad’.

Een aantal goede praktijken en preventiemaatregelen volstaan om de verontreiniging een halt toe te roepen.

Welke chemische stoffen kunnen uw moestuin verontreinigen?

De verontreiniging van de bodem kan verschillende oorzaken hebben:  een economische, ambachtelijke of industriële activiteit; ophoging van een terrein met vervuilde materialen; gebruik van chemische pesticiden; gebruik van blusschuim bij een brand; …

Dit zijn de 6 belangrijkste stoffen die een moestuin kunnen verontreinigen

Zware metalen

De “zware metalen” zijn een uitgebreide klasse van chemische elementen. Sommige zware metalen die in het milieu aanwezig zijn en een bepaalde drempel niet overschrijden, worden niet als toxisch beschouwd. Sommige zijn van nature in een bepaalde concentratie aanwezig in de bodem of het grondwater, zoals koper, zink of ijzer.

Andere zware metalen kunnen zeer toxisch zijn voor mens en milieu, afhankelijk van hun aard en concentratie, onder meer lood en cadmium.

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's)

Er zijn tal van PAK-verbindingen en ze kunnen erg giftig zijn. Ze ontstaan voornamelijk na een onvolledige verbranding: autobrandstoffen, hout, steenkool, verbrandingsovens ... Een gedeelte van die specifieke verontreiniging is kankerverwekkend. We vinden PAK’s o.a. in opgehoogde grondlagen, brokken teer en asresten.

Minerale oliën

Minerale oliën zijn een groep chemische stoffen afgeleid van ruwe olie, die overal in onze maatschappij aanwezig zijn en toxisch kunnen zijn … Stookolie, brandstoffen, smeerolie voor voertuigen of tuinmachines. Sommige minerale oliën worden ook als ontvettings- of oplosmiddel gebruikt, zoals white spirit.

Pesticiden

Vroeger werden chemische pesticiden algemeen gebruikt. Veel van die stoffen zijn helaas moeilijk afbreekbaar en blijven lange tijd in de bodem aanwezig. Ze zijn schadelijk voor de mens ook giftig voor veel dier- en plantensoorten

PFAS

PFAS zijn door de industrie gemaakte verbindingen die niet van nature voorkomen. Deze stoffen komen voor in veel producten en voorwerpen die we in het dagelijks leven gebruiken, o.a. in papieren voedselverpakkingen (voor fastfood of pizza's), in de coatings van Teflon® anti-aanbakpannen, in cosmetica, in waterdichte kleding en sommige brandbestrijdingsschuimen .... 

PFAS worden ook wel 'eeuwige' chemische vervuilers genoemd, omdat ze niet gemakkelijk afbreken,  honderden jaren in het leefmilieu aanwezig blijven en uiteindelijk terechtkomen in levende organismen, waaronder de mensen.

ASBEST

Asbest is een materiaal met een sterke vezelstructuur, waardoor het verwerkbaar is tot een eindproduct met specifieke eigenschappen (isolerend vermogen, brandwerend, zuurbestendig, sterk en flexibel). Sinds 1998 is het produceren, verhandelen en hergebruiken van asbest verboden, maar door zijn vele toepassingen is asbest wijd verspreid in onze leefomgeving. Inhalatie van asbestvezels brengt echter serieuze gezondheidsrisico’s met zich mee.

Praktische gids ‘bodemanalyse voor telen in de stad’

Hoe weet u of uw terrein verontreinigd is? Heel eenvoudig: volg de 6 stappen van de praktische gids ‘bodemanalyse voor telen in de stad’.

Goede praktijken om bodemvervuiling in de moestuin te voorkomen

  • Gebruik geen toxische producten en vooral geen pesticiden. Zie de tips op onze site: natuurlijke moestuin.
  • Vermijd het uitstrooien van as omdat dit polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) of andere verontreinigende stoffen kan bevatten wanneer dit het resultaat is van (onvolledige) afvalverbranding.
  • Gebruik compost van goede kwaliteit en van betrouwbare herkomst, want compost van twijfelachtige herkomst kan vervuilende stoffen bevatten door de aanwezigheid van vervuild organisch afval, bijvoorbeeld groenafval afkomstig van een vervuild terrein. Ook wanneer je grond toevoegt, verzeker je dan van de herkomst.
  • Het toevoegen van goede compost aan je bodem zal het afbraakproces van verontreinigende stoffen zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) en resten van pesticiden verbeteren.
  • Gebruik geen regen- of putwater als u vermoedt dat het verontreinigd is.  Het gebruik van water dat afkomstig is van een zinken dak of een dak in asbestcement is af te raden omdat het de bodem kan besmetten.
  • Voer het onderhoud van uw tuinmachines die met benzine werken (bijvoorbeeld bosmaaier, grasmaaier) niet uit in de moestuin.
  • Gebruik geen geschilderde elementen in uw tuin (tuinhuis, afsluiting,..). De verf kan mettertijd loskomen en de componenten kunnen in de bodem terechtkomen.
  • Gebruik geen asbestverdacht materiaal in uw tuin.

Hoe beschermt u zich tegen bodemverontreiniging in de moestuin?

Algemene beschermingsmaatregelen

In het algemeen moet u groenten en fruit altijd wassen voor u ze eet. We raden u ook aan de handen te wassen nadat u in de tuin hebt gewerkt.

Voor u uw moestuin aanlegt

  • De beste manier om het risico dat u in contact komt met een bodemverontreiniging te verkleinen, is de plaats waar u een moestuin wilt aanleggen met zorg kiezen. Kies een geschikte en niet verdachte plaats in uw tuin.
  • Als u al een analyse hebt laten uitvoeren en  drempelwaarde 1  is overschreden voor cadmium, lood, PFAS of asbest of drempelwaarde 2 is overschreden voor minstens één andere parameter, leg dan geen moestuin aan in volle grond ter hoogte van de verontreinigde zone(s). Teel uw groenten in bakken of andere recipiënten die u vult met schone grond en compost waarvan u de herkomst kent.
  • Als u (nog) geen analyse hebt laten uitvoeren, leg dan geen moestuin aan in volle grond in opgehoogde zones met bouwafval, asbestverdacht materiaal, as, enz. Ook zones in de onmiddellijke omgeving van grote verkeersaders, spoorwegen of bepaalde economische en industriële activiteiten worden beter niet gebruikt om een moestuin aan te leggen.
  • Als u twijfelt, kunt u vooraf een bodemstaal laten analyseren om de aanwezigheid van bodemverontreiniging uit te sluiten. Kijk op de sectie: Praktische gis 'bodemanalyse voor telen in de stad'.

Bij het tuinieren

  • Zorg voor een gezonde en vruchtbare bodem. Dat kunt u doen door regelmatig compost of mest aan de bodem toe te voegen. Organisch materiaal in de bodem heeft immers een positief effect op de structuur en het microbiologisch leven in de bodem. Dat kan een impact hebben op de immobilisatie en zelfs de afbraak van bepaalde organische verontreinigende stoffen.
  • Zorg ervoor dat uw bodem niet te zuur is (pH). In zuurdere grond komen zware metalen namelijk gemakkelijker vrij en kunnen ze door de planten worden opgenomen.  Zandgrond is meestal zuurder dan kleigrond. De laboratoria, maar ook bepaalde tuincentra, kunnen de zuurtegraad van uw grond analyseren. Om de zuurtegraad van de bodem te verminderen, kunt u bijvoorbeeld kalk of rijpe compost toevoegen.
  • Laat de grond niet braak liggen. U kunt de bedden bedekken met compost of gehakseld groenafval om te vermijden dat bodemdeeltjes worden verspreid door de wind of de regen. Het bedekken van de bodem helpt ook om hem te beschermen tegen droogte en slecht weer. Bovendien helpt het ook om de groei van onkruid tegen te gaan. 

Speelt het soort groente dat ik kweek een rol bij de bodemvervuiling?

Waarom sommige planten meer verontreinigende stoffen opslaan dan andere, hangt af van verschillende factoren. Het type bodem of de aard van de verontreinigende stof zijn bijvoorbeeld belangrijk.

Met de huidige kennis is het niet eenvoudig om gedetailleerde aanbevelingen te geven voor het type groenten dat u kunt telen afhankelijk van de aanwezige soort verontreiniging.

Globaal kunnen we inzake de verontreiniging met zware metalen het volgende onderscheid maken:

  • Fruit, fruitgroente en granen: zijn het minst gevoelig voor verontreinigende stoffen.

Bijvoorbeeld: tomaten, aubergines, paprika’s, okra (alleen de korrels in de peulen), courgetten, maïs, komkommer, meloenen, doperwten en bonen, uien (alleen de bol) en fruitbomen zoals appel- en perenbomen.

  • Wortelgroenten: kunnen verontreinigende stoffen in de bodem tussentijds binden. Een deel van de zware metalen zal aan de buitenkant van de groenten blijven kleven.  Was ze dus goed of schil ze voor u ze eet.

Voorbeelden: wortelen, bieten, aardappelen en rapen.

  • Bladgroenten en aromatische kruiden: bevatten in het algemeen de grootste concentraties verontreinigende stoffen. Teel ze dus alleen in een niet verontreinigde bodem of teel ze in bakken in geval van twijfel.

Voorbeelden: sla, spinazie, veldsla, verschillende kolen, broccoli, prinsessenbonen en peultjes, tijm.

Meer informatie?

Als u na het lezen van deze pagina’s nog vragen hebt in verband met een eventuele bodemverontreiniging van uw moestuin, kunt u onder meer contact opnemen met:

  • De bodemfacilitator van Leefmilieu Brussel. Hij kan u het beleid voor het beheer van verontreinigde bodems in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitleggen.
  • De bodemverontreinigingsdeskundigen. Zij kunnen u informeren over de technische en wetenschappelijke aspecten van bodemverontreiniging, bodemonderzoeken of zelfs de behandeling van een bodemverontreiniging. U moet wel weten dat dit privébedrijven zijn en dat het advies niet gratis is!
  • De erkende laboratoria kunnen u eveneens advies geven in verband met de chemische analyses die u kunt laten uitvoeren.

Er zijn ook organisaties die zich bezighouden met de problematiek van moestuinen in de stad. U vindt ze in ons portaal Good Food.

Bronnen
Voor het samenstellen van deze gids heeft Leefmilieu Brussel zich gebaseerd op zijn ervaringen met de begeleiding van bodemanalyses van collectieve moestuinen, de ervaringen van de “bodemfacilitator”, gesprekken met onder meer laboratoria en OVAM, en het voorbeeld van andere gidsen, zoals de gids van Toronto “From the ground up”.

Disclaimer
Deze aanbevelingen zijn van algemene informatieve aard.
Het Brussels Instituut voor milieubeheer (Leefmilieu Brussel) ziet erop toe dat deze aanbevelingen zo correct en volledig mogelijk zijn, maar kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de manier waarop ze worden gebruikt en geïnterpreteerd.
Leefmilieu Brussel geeft geen enkele garantie met betrekking tot de geschiktheid van bodems voor tuinieren of andere situaties die van toepassing zijn op tuiniers. Het is de taak van de tuinier om te zorgen voor geschikte omstandigheden om te tuinieren op de gekozen locatie.

Documentatie

Praktische gids ‘bodemanalyse voor telen in de stad’

Hoe weet u of uw terrein verontreinigd is? Heel eenvoudig: volg de 6 stappen van de praktische gids ‘bodemanalyse voor telen in de stad’!

Stap 1: Info verzamelen ivm de staat van de bodem van uw terrein

Vooraleer tot een bodemanalyse over te gaan, kunt u best zoveel mogelijk informatie verzamelen over uw terrein. Aan de hand daarvan kunt u de eventuele verontreinigingsrisico’s bepalen, de aard van de mogelijke verontreiniging en de zones waar het risico het grootst is. Het is dus belangrijk om deze risico’s vooraf te beoordelen.

De kaart met de staat van de bodem en de PFAS-kaart zijn de gemakkelijkste en belangrijkste hulpmiddelen om na te gaan of uw terrein (mogelijks) verontreinigd kan zijn. U kunt ze gratis raadplegen op de website van Leefmilieu Brussel en ze zullen u helpen om te bepalen of er risico’s zijn voor uw gezondheid. Deze kaarten worden elke dag bijgewerkt op basis van gemelde incidenten, uitgevoerde studies en werken en nieuwe, stopgezette of overgedragen activiteiten.

Kaart met staat van de bodem

  • Mijn terrein is niet opgenomen in de bodeminventaris

Dit betekent dat Leefmilieu Brussel niet over informatie over een mogelijke bodemverontreiniging beschikt. In dat geval raden we u aan de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar stap 2: uw terrein observeren en kennen.

  • Mijn terrein is opgenomen in de bodeminventaris

Leefmilieu Brussel kent een categorie toe aan elk perceel dat in de bodeminventaris is ingeschreven.
Deze categorieën werden oorspronkelijk niet gedefinieerd met het oog op stadslandbouw. De onderstaande tabel geeft voor elke categorie indicaties betreffende de aanleg van een moestuin.

Tabel: categorieën bodeminventaris

Uw terrein behoort tot categorie:Wat moet u doen?
0 (geel)
Mogelijk verontreinigde percelen
Deze categorie bevat de terreinen waar verontreiniging wordt vermoed. Het is dus aan te raden bodemanalyses uit te voeren vooraleer met het telen te beginnen. In geval van (onder andere) een verkoop van het terrein  is een verkennend bodemonderzoek verplicht. In overeenstemming met de geldende wetgeving zal een bodemverontreinigingsdeskundige dit verkennend bodemonderzoek uitvoeren. Hij kan ook onderzoeken of uw moestuin al of niet verontreinigd is.
Deze categorie kan overlappen met een van de onderstaande categorieën en in dat geval zijn er al bodemonderzoeken beschikbaar.
1 (groen)
Niet-verontreinigde percelen
Er zijn al bodemonderzoeken beschikbaar : uw terrein is niet verontreinigd. Indien er boringen ter hoogte van de moestuin, boomgaard of het pluimvee uitgevoerd werden, kunt u deze zonder problemen verder zetten of starten. Indien de locatie ervan niet onderzocht werd, raden we u aan om de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar “Stap 2: uw terrein observeren en kennen”.
2 (lichtblauw)
Licht verontreinigde percelen zonder risico

Er zijn bodemonderzoeken beschikbaar: uw terrein is licht verontreinigd. Indien er boringen ter hoogte van de moestuin, boomgaard of het pluimvee uitgevoerd werden, kunt u deze zonder problemen verder zetten of starten. Zo niet raden we u aan om   de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar “Stap 2: uw terrein observeren en kennen”.

Aandachtspunt: als u zich in een industriezonebevindt, zullen de gehanteerde verontreinigingsnormen minder streng zijn. De verontreiniging kan dus aanzienlijk zijn, maar het terrein zal tot categorie 2 behoren. U moet dus de resultaten van het onderzoek opvragen en ze analyseren.

Als u zich daarentegen in een groene zone bevindt, zullen de normen strenger zijn.

3 (donkerblauw)
Verontreinigde percelen 
Uw terrein is verontreinigd. Een analyse van de uitgevoerde bodemonderzoeken is nodig om na te gaan of er zones op het terrein zijn waar het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee mogelijk is (zones waar de bodem niet verontreinigd is). Betreft het een verontreiniging met Lood, Cadmium, PFAS, pesticiden of asbest, in de bovenste 60 cm, dan is het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee ter hoogte van de verontreiniging niet toegestaan. Betreft het een verontreiniging met andere parameters dan dienen de gebruiksbeperkingen opgelegd in de risicostudie gevolgd te worden. De bodemfacilitator kan u helpen bij de interpretatie van de bodemonderzoeken.
4 (Paars)
Verontreinigde percelen in onderzoek of behandeling
Uw terrein is verontreinigd en er worden onderzoeken uitgevoerd. Het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee is niet toegestaan op een bodem die in de bovenste 60 cm verontreinigd is met Lood, Cadmium, PFAS, pesticiden of asbest. Betreft het een verontreiniging met andere parameters dan dienen de gebruiksbeperkingen (opgelegd na het afsluiten van de bodemprocedure) gevolgd te worden. Raadpleeg de uitgevoerde bodemonderzoeken om na te gaan in welke zones het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee mogelijk is (de zones waar de grond niet verontreinigd is). De bodemfacilitator kan u hierbij  helpen.

*De normen worden bepaald op basis van het gewestelijk bestemmingsplan dat u kunt raadplegen via deze link.

Hoe kunt u de gedetailleerde resultaten van de uitgevoerde bodemonderzoeken verkrijgen?

Mits schriftelijke toestemming van de persoon die het onderzoek heeft laten uitvoeren (de eigenaar of uitbater van het terrein), kunt u Leefmilieu Brussel een elektronische kopie van het onderzoeksrapport of de niet-technische samenvatting vragen. Die aanvraag is betalend (de niet-technische samenvatting is gratis) en gebeurt via een formulier dat beschikbaar is op de website van Leefmilieu Brussel of via het platform IRISbox, het elektronische loket van het Brussels Gewest. 

PFAS-kaart

Dit betekent dat volgens de informatie waarover Leefmilieu Brussel beschikt er geen theoretisch risico is op een verontreiniging met PFAS. In dat geval raden we u aan de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar “Stap 2: uw terrein observeren en kennen”.

Dit betekent dat volgens de informatie waarover Leefmilieu Brussel beschikt er een theoretisch risico is op een verontreiniging met PFAS. Afhankelijk van de kleur van uw terrein is dit risico groot of zeer groot. Er is een vermoeden van verontreiniging, in dat geval is het aangeraden om bodemanalyses uit te voeren vooraleer u begint te telen.

Stap 2: Uw terrein observeren en kennen

Het terrein systematisch observeren geeft een goede indicatie van de elementen die het mogelijk verontreinigen of verontreinigd hebben.

U kunt ook meer informatie inwinnen over de geschiedenis van het terrein, bijvoorbeeld bij de buren of de gemeente.

Doe de test: als het antwoord op een van de volgende vragen JA is, kan de bodem van uw terrein verontreinigd zijn:

  • Is/was er een stookolietank aanwezig?
  • Bevinden er zich bussen of flessen met (resten van) gevaarlijke producten (gebruikte olie, oplosmiddelen enz.) op het terrein?
  • Ziet u as op de bodem (bijvoorbeeld afkomstig van een allesbrander)?
  • Is de bodem opgehoogd (in dat geval bevat hij meestal bouwafval, stukken baksteen of zelfs kleine hoeveelheden afval, stukjes plastic …)?

Aarzel niet om de bodem een beetje uit te graven.

  • Ligt er afval (bijvoorbeeld plaatstaal, metalen …)?
  • Ligt er asbestverdacht materiaal?
  • Ruikt de bodem verdacht naar olie of oplosmiddelen bijvoorbeeld? (een geur van rottende planten is geen verontreiniging!)
  • Ligt uw terrein naast een grote verkeersader (spoorweg, autosnelweg, drukke weg …)?
  • Zijn andere omwonenden of vroegere gebruikers op de hoogte van elementen die op mogelijke bodemverontreiniging kunnen wijzen (vorig gebruik van het terrein bijvoorbeeld) ? Aarzel niet om het hen te vragen!
  • Is er een interventie van de brandweer geweest ten gevolge een brand ?

Wat moet ik doen als er elementen zijn die op bodemverontreiniging wijzen?

In dat geval is het nuttig om een bodemstaal van één of meer verdachte zones te nemen en het te laten analyseren.

Stap 3: Een laboratorium kiezen

Bepaal, voor u een staal neemt, naar welk laboratorium u uw bodemstalen wilt sturen om ze te laten analyseren.

U kunt kiezen uit: 

Vraag, nadat u een laboratorium hebt gekozen, welke procedure u moet volgen om een analyse aan te vragen (de meeste laboratoria hebben daar aanvraagformulieren voor).

Indien u PFAS wil laten analyseren, vraag dan zeker of dit mogelijk is in het labo dat u hebt gekozen! Op de website van OVAM staat een lijst van labo’s die PFAS in de bodem analyseren. OVAM is echter niet verantwoordelijk voor de volledigheid ervan.

Stuur uw staal zo snel mogelijk naar het laboratorium -via de post of met een koerier- en vraag uw analyse aan (sommige laboratoria hebben een eigen koerier).

Het is aan te raden de eigenaar van het terrein op de hoogte te brengen wanneer u een bodemanalyse laat uitvoeren en hem de resultaten te bezorgen.

Stap 4: Een bodemstaal nemen in uw moestuin

De methode waarmee u de stalen neemt, kan het resultaat van de analyse beïnvloeden en zelfs vervalsen. Het is dus heel belangrijk dat al het materiaal schoon is. U moet het potje voor het staal en het schepje dus goed schoonmaken en grondig spoelen met zuiver water (andere reinigingsmiddelen zijn niet toegestaan). Laat ze daarna in de lucht drogen. Het schepje moet gemaakt zijn van roestvrijstaal. 

De meeste laboratoria beschikken ook over gebruiksklare potjes voor bodemstalen die u vooraf niet hoeft te reinigen of te spoelen.

Welk materiaal hebt u nodig? 

  • Notaboekje en potlood (optioneel)
    • Opgelet: indien u PFAS wil laten analyseren mogen geen hardcovernotitieboekjes of plastiekclipboards gebruikt worden.
  • Nieuwe wegwerphandschoenen of nitril handschoenen voor PFAS
  • Een schoon, onbeschadigd stuk plastic zeil (optioneel)
  • Schone glazen bokaal van minstens 400 ml
  • Schepje of spade
  • Etiketten
  • Koelbox of koelelementen (voor de analyse van de vluchtige stoffen)
    • Opgelet: indien u PFAS wil laten analyseren zijn flexibele koelelementen met koelvloeistof niet toegestaan.

Indien u PFAS wil laten analyseren, moet u ook op onderstaande letten:

  • Vermijd rechtstreeks contact tussen waterdichte kleding en het staal dat u neemt
  • Voorkom dat regenwater via kleding in het staal loopt
  • Gebruik geen kleding dat met wasverzachter gewassen werd
  • Schoenen/laarzen moeten gemaakt zijn van polyurethaan (PU/PUR) of PVC, ze mogen geen Gore-Tex bevatten en niet behandeld geweest zijn met waterafstotende producten
  • Gebruik voor u het staal neemt geen vochtinbrengende middelen, handcrème, zonnecrème, muggenmelk of andere gerelateerde producten

Hoeveel stalen moet u nemen en waar?

Vooraleer u het bodemstaal neemt, kunt u best een schets maken waarop u de plaats aanduidt waar u het bodemstaal gaat nemen. Dat zal u helpen om deze plaats later terug te vinden. 

  • Voor kleine moestuinen (minder dan circa 50 m²) volstaat één staal. 
  • Voor grote moestuinen kan het nuttig zijn om meerdere stalen te laten analyseren. De onderstaande tabel geeft het minimale aantal aanbevolen stalen aan afhankelijk van de oppervlakte van de moestuin:
Oppervlakte van de moestuinAantal stalen
Tussen 50 en 250 m²2 potjes met stalen
Tussen 250 en 500 m²3 potjes met stalen
Tussen 500 en 1000 m²4 potjes met stalen

Voor een geïdentificeerde verdachte zone (bijvoorbeeld waar u een geur van olie of oplosmiddelen waarneemt, een ophoging, een zone waar een interventie van de brandweer ten gevolge een brand geweest is…) raden we aan een gericht staal te nemen. 

Als er meerdere verdachte zones zijn in de moestuin, kunt u ook beslissen om meerdere stalen te nemen. Bijvoorbeeld een staal in een zone waar zich ophogingen bevinden en een staal op een plaats die naar olie of andere stoffen ruikt.

Hoe neemt u een bodemstaal?

Om een stalenpotje te vullen, kiest u 3 plaatsen in uw moestuin en neemt u een schep (met een schepje of een schop) van de eerste 20 cm grond. Meng deze 3 grondstalen (eventueel op een schoon onbeschadigd stuk plastic) en vul de pot tot de rand met deze grond. Raak de grond niet aan met blote handen of vuile handschoenen. 

Als u een staal wilt nemen op een plaats van een verdachte zone, volstaat het om het potje alleen te vullen met grond van deze verdachte plaats (en niet verschillende stalen te mengen). Anders verdunt u het staal en krijgt u minder nauwkeurige resultaten. 

Sluit het potje goed af.

De stalen identificeren

Kleef een etiket op de pot en schrijf er uw naam en de datum van de staalname op. Als u meerdere potjes hebt, vermeld dan ook de plaats waar u de stalen hebt genomen. Dat is belangrijk om daarna de resultaten te kunnen analyseren! De schets die u hebt gemaakt, kan u daarbij helpen.  

Hoe bewaart u het staal?

Zet het staal op een koele plaats. Bewaar het nooit in de zon of in de buurt van een radiator!
Als u uw staal wil laten onderzoeken op vluchtige stoffen zoals oplosmiddelen of bepaalde brandstoffen (bv. benzine), kunt u het staal beter bewaren in een koelbox, of als dat kan, in een koelkast.

Stap 5: Een bodemstaal van uw moestuin laten analyseren

Op welke chemische stoffen moet u het staal laten onderzoeken?

De analyse van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), zware metalen en minerale oliën is al een goede basis om de staat van verontreiniging van uw moestuin te controleren.
Als u verontreiniging met andere stoffen vermoedt (ontvettingsproducten, benzine, asbest, PFAS, pesticiden enz.), kunt u vragen om het staal op andere, meer specifieke stoffen te onderzoeken. Uw laboratorium kan u informeren over de verschillende analysemogelijkheden.
De resultaten worden meestal binnen een maand verzonden.

Hoeveel kost dit?

Reken 50 tot 60 euro voor de analyse van een bodemstaal op zware metalen, PAK’s en minerale olie (maar soms zijn er meerdere stalen nodig!). De prijzen voor de andere parameters kunnen sterk variëren afhankelijk van de geanalyseerde parameter en kan oplopen tot enkele honderden euro’s. Een analyse op PFAS kost gemiddeld 200 euro. Uw laboratorium kan u informeren over de prijzen van de bodemanalyses.

Stap 6: De resultaten interpreteren

Om te weten of u voorzorgsmaatregelen moet nemen in verband met uw moestuin, kunt u de analyseresultaten die u van het laboratorium hebt ontvangen vergelijken met de drempelwaarden in de onderstaande tabel. 

Waarmee stemmen deze drempelwaarden overeen?

Drempelwaarde 1 stemt overeen met de interventienorm voor een woonzone (volgens het Gewestelijk bestemmingsplan) zoals voorzien door het besluit  tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen. Het zijn dus de officiële normen waarboven uw terrein als verontreinigd wordt beschouwd als het zich in een woonzone bevindt. Deze normen werden onder meer bepaald op basis van analyses van de risico’s voor de menselijke gezondheid en het milieu. De optiek van ongunstige scenario’s werd weerhouden omdat men rekening houdt met personen die hun gehele leven aan de verontreiniging zijn blootgesteld. 

Drempelwaarde 2 is een concentratie die door Leefmilieu Brussel werd berekend op basis van een risicobeoordelingsmodel, voor een woning met een moestuin. Boven deze berekende concentratie moeten er maatregelen worden genomen om contact met de aanwezige verontreiniging te vermijden en mogelijke negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid te vermijden. 

Stof (mg/kg)Drempelwaarde
1*
Drempelwaarde
2*
 Stof (mg/kg)Drempelwaarde
1*
Drempelwaarde
2*
Zware metalenKoolwaterstoffen
Arseen103103Naftaleen55
Cadmium6/Benzo(a)pyeen3,64,86
Chroom (III)240240Fenantreen65236
Koper1972359Fluoranteen30195
Kwik4,84,8Benzo(a)antraceen10,533
Lood560/Chryseen180375
Nikkel95151Benzo(b)fluoranteen737
Zink3334099Benzo(k)fluoranteen11,537
 Benzo(ghi)peryleen39203920
Indeno(1,2,3-cd)pyreen2037
Stof (mg/kg)Drempelwaarde
1*
Drempelwaarde
2*
 Antraceen7024420
Minerale olieFluoreen39503950
Minerale olie (C10-C40)10001000Dibenz(a,h)antraceen2,94,45
 Acenafteen1430
Acenaftyleen111
Pyreen3952387
Stof (µg/kg)Drempelwaarde 1*Drempelwaarde 2*    
PFASStof (mg/kg)Drempelwaarde 1*Drempelwaarde 2*
PFOA7,9/Asbest**100/
PFOS4,9/    
Som PFAS TOTAAL8/    

** hechtgebonden asbestconcentratie vermeerderd met tienmaal de niet-hechtgebonden asbestconcentratie

Disclaimer:
Leefmilieu Brussel kan noch direct, noch indirect aansprakelijk worden gesteld voor de manier waarop deze aanbevelingen worden gebruikt en geïnterpreteerd. De betrokkene is als enige verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat de omstandigheden geschikt zijn om op de gekozen plaats te tuinieren

Wat moet u doen als de gemeten concentratie hoger is dan deze waarden?

Er is geen drempelwaarde overschredenLow concern  (Niet “zorgwekkend”)

Uw terrein wordt niet als verontreinigd beschouwd en u kunt dus met een gerust hart starten met een moestuin of groenten blijven telen in uw moestuin.

Aanbevolen acties niveau 0

 

Drempelwaarde 1 werd overschreden voor minstens één parameter (maar niet voor cadmium, lood, PFAS, pesticiden en asbest)Medium concern (Weinig “zorgwekkend”)

De bodem van uw moestuin is licht verontreinigd. U kunt echter met een gerust hart groenten telen op voorwaarde dat u de volgende richtlijnen in acht neemt :

de aanbevelingen van niveau 0 EN de aanbevelingen van niveau 1

Drempelwaarde 1 werd overschreden voor cadmium, lood, PFAS; pesticiden en/of asbest

OF

drempelwaarde 2 werd voor minstens één andere parameter overschreden 

High concern (zeer zorgwekkend)

Het terrein is verontreinigd en gezondheidsrisico’s kunnen niet uitgesloten worden. Vermijd dus om in volle grond te telen en vermijd elk direct contact met de verontreiniging.

De aanbevelingen van niveau 0, niveau 1 EN de aanbevelingen van niveau 2 dienen in acht genomen te worden

Enkele concrete voorbeelden:  

  • Voorbeeld 1: Voor zink bedraagt drempelwaarde 1 333 mg/kg .
    Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 100 mg/kg zink bevat.  Er is dus geen drempelwaarde overschreden en ik kan groenten telen.
  • Voorbeeld 2: Voor koper bedraagt drempelwaarde 1 197 mg/kg en drempelwaarde 2 2359 mg/kg.
    Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 1200 mg/kg koper bevat. Drempelwaarde 1 is overschreden, maar drempelwaarde 2 niet.  Ik kan groenten telen, maar ik moet de aanbevelingen van niveau 1 in acht nemen.
  • Voorbeeld 3: Voor Cadmium bedraagt drempelwaarde 1 6 mg/kg.
    Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 8 mg/kg cadmium bevat. Aangezien het cadmium betreft en dit één van de uitzonderingen is samen met lood, PFAS, pesticiden en asbest, dien ik niet meer met drempelwaarde 2 te vergelijken, maar kan ik meteen besluiten dat ik geen groenten teel in volle grond ter hoogte van de verontreinigde zone. Ik teel in bakken of verplaats mijn moestuin naar een niet verontreinigde zone.  
  • Voorbeeld 4: Voor benzo(a)pyreen bedraagt drempelwaarde 1 3,6 mg/kg  en drempelwaarde 2 4,86 mg/kg.
    Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 5,9 mg/kg benzo(a)pyreen bevat. Drempelwaarde 2 is overschreden. Ik teel geen groenten in volle grond in de verontreinigde zone, maar ik teel in bakken of ik verplaats mijn moestuin naar een niet verontreinigde zone.

Aanbevolen acties

Niveau 0

Uw terrein wordt niet als verontreinigd beschouwd en u kunt dus met een gerust hart starten met een moestuin, of groenten blijven kweken in uw moestuin. Toch raden we u aan om onderstaande aanbevelingen op te volgen. 

  • Was of schil uw groenten en fruit altijd voor u ze eet.
  • Was uw handen nadat u in de tuin hebt gewerkt.
  • We raden ook aan om uw moestuin te bewerken volgens de goede praktijken voor tuinieren om toekomstige bodemverontreiniging te vermijden.

Niveau 1

Uw bodem is licht verontreinigd. U kunt echter met een gerust hart groenten telen, op voorwaarde dat u de aanbevelingen van niveau 0 en de onderstaande aanbevelingen in acht neemt.

  • Schil wortelgroenten voor u ze eet of bereidt.
  • Zorg voor een variatie in groenten en fruit en wissel af tussen groenten en fruit uit uw eigen tuin en uit de winkel.
  • Vermijd het mee in huis brengen van verontreinigde grond.
  • Niet alle planten zijn even gevoelig voor bodemverontreiniging. Teel geen planten waar verontreinigde stoffen zich opstapelen. Zie: speelt het soort groenten dat ik teel een rol bij bodemverontreiniging?
  • Laat de grond niet braak liggen :
    • Zorg dat de verontreinigde bodem zoveel mogelijk bedekt of begroeid is, zodat er zo weinig mogelijk contact met deze verontreinigde grond mogelijk is en om te vermijden dat bodemdeeltjes worden verspreid door de wind of de regen. U kunt de bedden bedekken met compost of afgehakseld groenafval. In het algemeen is dit ook een goede praktijk om de bodem en het bodemleven te beschermen.
    • Bedek de rest van de verontreinigde zone, die niet zal worden bewerkt, zoals paadjes. Bijvoorbeeld met houtsnippers om te vermijden dat iemand met de bodemverontreiniging in contact komt.

Niveau 2

Uw bodem is verontreinigd en dit kan risico’s inhouden. Neem de aanbevelingen van niveau 0, 1 en de onderstaande aanbevelingen in acht.

  • Teel uw groenten in bakken of andere recipiënten die u vult met schone grond en compost, waarvan u de herkomst kent;
  • Of bedek het terrein met een laag zand van 10 cm dik en hoog het daarna op met minstens 60 cm schone teelaarde zodat de wortels van de planten niet in de verontreinigde zone doordringen;
  • Het houden van kippen ter hoogte van de verontreinigde zone wordt afgeraden zolang er geen fysieke scheiding is met de verontreinigde grond.

U kunt de vastgestelde bodemverontreiniging ook laten saneren, bijvoorbeeld door afgraving. Om het goede verloop van de saneringswerken te garanderen, moet deze verplicht worden opgevolgd door een bodemverontreinigingsdeskundige en een bodemsaneringsaannemer. De verontreinigde grond moet bovendien worden afgevoerd naar een erkend verwerkingscentrum. Een bodemsanering brengt aanzienlijke kosten met zich mee.

Meer informatie vindt u op onze webpagina’s over de behandelingstechnieken

De verontreiniging afbakenen 

In sommige gevallen geeft de observatie van de aard van de bodem al een eerste indicatie van de omvang van de verontreiniging. Als uw terrein bijvoorbeeld een zone bevat waar u alleen natuurlijk zand ziet, en een andere zone die duidelijk werd opgehoogd (heterogene grond die stukken baksteen ed bevat), is de kans groot dat de bodemverontreiniging tot die laatste zone beperkt is.
Als een bepaalde zone of een specifiek staal verontreinigd is, kunt u ook bijkomende analyses laten uitvoeren om de verontreiniging beter af te bakenen.

Als u andere stoffen hebt laten analyseren

Als u analyseresultaten hebt voor andere verontreinigende stoffen dan de bovenvermelde stoffen, kunt u eerst en vooral de resultaten vergelijken met de interventienormen voor een woonzone die werden bepaald door het besluit tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen.
Als u een bodemverontreiniging vaststelt die deze interventienorm overschrijdt, raden we u aan een bodemverontreinigingsdeskundige te raadplegen om na te gaan welke specifieke maatregelen u moet nemen om elk contact met de verontreiniging te vermijden.

Afhankelijk van de aard van de vastgestelde verontreiniging en de gemeten concentraties, kunnen namelijk andere maatregelen noodzakelijk zijn.

Documentatie

Projectoproep 2024 - Toegankelijkheid van Good Food

Met deze nieuwe editie van de projectoproep "Toegankelijkheid van Good Food" wil het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (door een samenwerking tussen Leefmilieu Brussel en de COCOF) de opkomst van projecten ondersteunen die structurele acties ontwikkelen die de toegankelijkheid van Good Food bevorderen, met name in wijken met een laag aanbod aan toegankelijke Good Food.

Werkt u in de non-profitsector, ontwikkelt u acties en activiteiten in het Brussels Gewest en wilt u een project ontwikkelen om de toegankelijkheid van Good Food te verbeteren, en hebt u financiële steun nodig om de uitvoering ervan te begeleiden? Neem dan deel aan de projectoproep Good Food 2024!

Alle details over de oproep vindt u in het presentatiedocument.

Een intentieverklaring wordt verwacht tegen 20 juni 2024 (verplicht) en de definitieve aanvraag wordt verwacht tegen zondag 18 augustus 2024 (24 uur).

 

De oproep in een notendop

  • Tot wie richt de projectroep zich? De projectoproep is gericht aan alle verenigingen die actief zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
  • Objectief: Deze oproep tot het indienen van projecten heeft tot doel projecten te ondersteunen die de toegankelijkheid van Good Food verbeteren. De projecten moeten voldoen aan de doelstellingen en beginselen van de Good Food-strategie.
  • Wat? De geselecteerde projecten kunnen rekenen op een financiële ondersteuning van 50.000 € tot 75.000 €. De projecten mogen max. twee jaar (24 maanden) duren na de inwerkingtreding van de subsidie.
  • Hoe?
    • Eerste stap (verplicht): Stuur ons vóór donderdag 20 juni 2024 om 12.00 uur een intentieverklaring van uw project aan de hand van het onderstaande formulier, per e-mail naar info@goodfood.brussels. Persoonlijke feedback aan projectleiders zal in de eerste week van juli worden gegeven.
    • Tweede stap: Stuur ons uw aanvraag in te dienen aan de hand van het onderstaande formulier. De aanvraag moet vóór zondag 18 augustus 2024 om 24.00 uur per e-mail worden gestuurd naar info@goodfood.brussels.
  • Vragen? info@goodfood.brussels

Foto © Gaëlle Henkens

Overheidssteun

Stadslandbouw en duurzame gebouwen

Leefmilieu Brussel

Programma

Download het programma (.pdf).

 

Context van de opleidingscyclus

Het doel van deze module is om basisnoties bij te brengen inzake stadslandbouw en ook de technische modaliteiten te belichten om de stadslandbouw in een vastgoedproject te kunnen integreren.

In de opleiding komen volgende punten aan bod:

  • Het Brussels strategisch en reglementair kader betreffende de stadslandbouw
  • De landbouwproductietechnieken (van vollegronds- tot niet-grondgebonden teelt)
  • De types stadslandbouw en hun technische eigenheden
  • De technische condities (water- & energiebeheer, dichtheid, stabiliteit, veiligheid ...)

 

Verworven vaardigheden

Op het einde van deze module zal u in staat zijn:

  • In staat zijn de meest geschikte landbouwtechnieken te kiezen, rekening houdend met de bijzonderheden van een project;
  • De (technische, programmatorische en reglementaire) beperkingen kunnen identificeren waar rekening mee moet worden gehouden bij het ontwerp van stadslandbouwprojecten;
  • Kunnen anticiperen op belangrijke, bij het ontwerp van het gebouw te integreren punten;

De belangrijke parameters begrijpen die beïnvloed worden door een tadslandbouwproject.

 

Pedagogische aanpak

Door een afwisseling van theorie, concrete voorbeelden en oefeningen, geeft de opleiding een totaalvisie van de integratie van de stadslandbouw in de vastgoedprojecten.

 

Aandachtspunten

Tijdens de workshop zullen de deelnemers de mogelijkheid krijgen om aan een eigen project te werken.

 

Doelgroep

Opleiding bestemd voor vakmensen uit de bouwsector en van de stad, die actief zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en meer bepaald: architecten en ingenieurs, professionele bouwheren en hun vertegenwoordigers (beheerder van een woongebouw, syndicus, …), aannemers (beslissingsnemers in ondernemingen), verantwoordelijken van besturen die bij de uitdagingen verbonden aan nieuwbouw-/renovatieprojecten betrokken zijn.

 

Taalgebruik

Tweetalige opleiding. Elke specialist voert het woord in zijn moedertaal. In de praktijk is ongeveer 90 % van de presentaties in het Frans, wat de taal van inschrijving van de deelnemers weerspiegelt.

Tijdens de sessie worden de opleidingsdocumenten op papier uitgedeeld onder de deelnemers in de taal waarin ze zich hebben ingeschreven (FR of NL).

 

Informatie

 

2024-06-07T08:45:002024-06-07T17:00:00
2024-06-14T08:45:002024-06-14T17:00:00

Havenlaan 86C/3000
1000 Brussel
België

Professionals
Thématiques

Workshop over beheertools voor stedelijke producenten

Village Partenaire

Bent u een stadsproducent die zijn dagelijks beheer wil verbeteren? Maakt u uw facturen in Excel en vindt u dat te tijdrovend? Wilt u uw bestellingen rechtstreeks koppelen aan uw facturen en betalingsherinneringen of uw btw zelf doen?

Kom ontdekken hoe u het financieel beheer van uw onderneming kunt optimaliseren!

Er zullen 3 tools worden voorgesteld:

  • Voorstelling van Accountable door de oprichter: tool voor boekhoudkundig beheer
  • Voorstelling van Odoo door David Errera, tuinbouwer: boekhoudkundig beheer en onlineverkoop
  • Voorstelling van Heirloom door David Errera, tuinbouwer: tool voor teeltplan van Fortier

De workshop vindt plaats in Village Partenaire (Fernand Bernierstraat 15, 1060 Sint-Gillis) van 9u30 tot 12u. Schrijf u hier in!

Facebook-evenement

2024-03-20T09:30:002024-03-20T12:00:00

Fernand Bernierstraat
1060 Sint-Gillis
België

Professionals
Thématiques

Zaden, planten en fruitbomenbeurs

Semance & Hof ten Hove

Zaden, planten en fruitbomenbeurs georganiseerd door Semance in samenwerking met Hof ten Hove.

Om goed van start te gaan met het nieuwe seizoen is het nu het ideale moment om zaden, planten en fruitbomen aan te schaffen!

 

Ook op het programma

  • Artisanale en lokale producten
  • Infosessies over efficiënte micro-organismen (EM) en bokachi, en over multifunctionele hagen
  • Aanbod biomaaltijden en snacks

 

Exposanten

  • Zaden, planten en fruitbomen: Collectif Plateau Avijl, Moestuingidsen, Jardin essentiel, Jardins Semenciers bruxellois, Le Bon Plant, La Framboise masquée, Le potager du Gailleroux, Multipots, Pépinière ‘Bois de Rode Bos’, Plant your mood, Semance, Tiers-Paysage
  • In de tuin: Embo Tree (verzorging planten), L’Herboristerie sociale (fytotherapie), Potager in the city (gemeenschappelijke moestuin), Vestaculture (creatie van moestuinen)
  • Lokale en ambachtelijke producten, catering: Eugène Chocolatier, Hierba Buena (artisanale en lokale tisanes), Les Feuilles Vertes (biologische Chinese thee), Le Rucher du Pâturage (honing), Misao (kruiden), Permatopia (artisanale en lokale producten), Radice comune (Italiaanse producten), Tamneere (producten uit Burkina Faso), Cuisine Voisine en Seb (catering)

 

Contact

2024-03-10T10:00:002024-03-10T18:00:00

De Frélaan 42-44
1180 Ukkel
België

Burgers
Thématiques

2de jaarlijkse bijeenkomst Good Food 2

Leefmilieu Brussel

Stand van zaken van de strategie en networking voor Good Food-spelers

Twee jaar geleden nam de Brusselse regering de Good Food 2 strategie aan. De achterliggende ambitie is Good Food toegankelijker maken voor iedereen, betaalbaarder maken en tegelijk een eerlijke prijs garanderen voor de producenten. En dit overal in Brussel. De strategie wil de hele bevoorradingsketen doen evolueren en alle stakeholders daarbij betrekken.

Ter gelegenheid van de tweede verjaardag nodigt Leefmilieu Brussel u uit voor zijn evenement "2de jaarlijkse bijeenkomst Good Food 2 – Stand van zaken van de strategie en networking voor Good Food-spelers", op 16 april 2024 in de BEL (Leefmilieu Brussel).

Hoever staan we met de uitrol van de Strategie Good Food 2? Welke grote projecten lopen of zijn gepland? Hoe kunt u zich ervoor inzetten? Wie zijn de andere betrokken spelers?

Ontdek in de loop van deze ochtend in het gezelschap van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve democratie, welke vooruitgang de strategie heeft geboekt. U krijgt de gelegenheid om ideeën uit te wisselen met de andere actoren uit de sector. De ochtend wordt afgesloten met een smakelijk en feestelijk netwerkmoment.

Inschrijvingen

2024-04-16T09:00:002024-04-16T13:00:00

Havenlaan 86C/3000
1000 Brussel
België

Professionals

De sociale voordelen van stadslandbouw

Facilitator voor Standslandbouw

De sociale voordelen van stadslandbouw: getuigenissen en bezoeken aan projecten gericht op sociale cohesie, professionele re-integratie en mentale gezondheid

Doelgroepen: lokale overheden, OCMW's, openbare en particuliere projectontwikkelaars

Of ze nu het resultaat zijn van een burgerinitiatief of een professioneel initiatief, stadslandbouwprojecten spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van een veerkrachtige stad. De Facilitator voor Stadslandbouw (FSL) nodigt je uit om te focussen op de sociale voordelen van bestaande projecten in Brussel en Wallonië.

Private en publieke ontwikkelaars (gemeenten, OCMW's), dit evenement geeft jullie de kans om geïnspireerd, maar ook toegerust te worden door de getuigenissen van degenen die de projecten hebben ontwikkeld!

 

Ochtend: Presentaties en discussies

  • Inleiding door de FSL en het Laboratorium voor Agro-Ecologie (ULB)
  • Presentatie van projecten :
    • VZW Nos Oignons: collectieve tuinbouwdagen en individuele boerderijbezoeken
    • OCMW Brussel-Stad: Green Up-project in Ukkel
    • VZW Refresh: tuinieren op daken in Elsene
    • Skyfarms: moestuinen

 

Namiddag: Bezoeken in 2 groepen

Groep 1: Tuinbouw

  • Champagne van Chaudron
  • Biotuin

Groep 2: Moestuinen

  • Jardin pédagogique du Chirec: een groene ruimte die openstaat voor patiënten van het ziekenhuis Chirec Sainte-Anne

Het doel van de tuin is om de ergonomen en psychologen van het ziekenhuis in staat te stellen patiënten een pauze in de natuur te bieden. Ze worden begeleid door een Skyfarms-coach die de workshops leidt. Op het programma: observeren van de natuur, tuinieren, proeven van kruidenthee en zelfgekweekte groenten.

  • Jardin potager du Marquis: een binnentuin in een kantoorgebouw vlakbij de Sint-Goedelekathedraal

Skyfarms cultiveert een grote biodiversiteitstuin en een collectieve moestuin in samenwerking met lokale bedrijven. Het doel is om het gebouw open te stellen voor buurtbewoners die geen toegang hebben tot land en om gratis cursussen aan te bieden. Het is ook een nieuw punt in het Brusselse groene netwerk in een zeer dichtbevolkte wijk.

2024-04-23T09:30:002024-04-23T17:00:00

1070 Anderlecht
België

Professionals
Thématiques

Brusselse Kost 2024

Brusselse Kost

Het multidisciplinaire festival over de voedsel-, sociale en ecologische transitie is terug van 11 tot 21 april 2024!

Meer dan 50 partners engageren zich met een festival om de duurzame transitie in heel Brussel in gang te zetten: boerderijbezoeken, voorstellingen, conferenties, rondetafelgesprekken, workshops...

Volledig programma van het festival op de website van Brusselse Kost

2024-04-11T09:00:002024-04-22T21:00:00

België

Burgers
Professionals

Identification de filières porteuses Good Food

Ter info: deze studie bestaat enkel in het Frans

 

Étude, Sytra, 2024, 147 pages

 

Contexte

Les stratégies Good Food 2 (SGF2) et Shifting Economy ont pour ambition de développer l’approvisionnement de Bruxelles en produits Good Food, et ce en stimulant et en structurant l’offre (belge) et la demande (bruxelloise) pour ces produits.

Dans ce cadre, une étude a été réalisée par Sytra afin d’identifier les filières:

  • Qui peuvent être transformées en filières Good Food ;
  • Qui peuvent avoir un impact positif sur l’économie et l’emploi bruxellois ;
  • Qui ont une plus-value pour la Région et sa population.

 

Méthode d’identification des filières porteuses

Une série de huit critères – quantitatifs et qualitatifs - d’évaluation ont été considérés pour identifier les filières :

  • Assiette Good Food (GF) et recommandations du Conseil Supérieur de la Santé (CSS)
  • Part de volume consommé en bio
  • Potentiel de croissance bio
  • (Sur)production en bio
  • Habitudes alimentaires des Bruxellois
  • Activités économiques et création d’emploi en Région de Bruxelles-Capitale
  • Cohérence entre régions
  • Taux d’auto-approvisionnement théorique (TAA)

Un système de score est établi pour évaluer les différentes filières. Ces filières sont ensuite classées via une cotation allant de 5 à 0.

 

Résultats de l’étude

L’analyse, par Sytra, des différentes informations et des critères d’évaluation a permis de donner un score à chacune des filières.

Les filières obtenant le plus haut score sont, dans l’ordre d’importance, les légumes (31), les fruits (28) et enfin les céréales, les légumineuses et la viande bovine (respectivement 24).

Il n’est pas surprenant de trouver le secteur de la viande bovine haut dans le classement étant donné l’importance de l’activité agricole qu’il représente en Belgique et l’importance de l’activité économique de cette filière en RBC. Cependant, la viande n'a pas une place importante dans l'assiette Good Food. La viande bovine figure par ailleurs dans les groupes alimentaires à limiter dans les recommandations du Conseil Supérieur de la Santé (CSS). En outre, la plupart des stratégies européennes poussent à l’adoption de nouveaux régimes (avec plus de protéines végétales et moins de viande) et d’une assiette durable. C'est pourquoi, après concertations entre Bruxelles Environnement, Sytra, et le cabinet Maron, il a été décidé de ne pas faire de la filière de la viande bovine une filière prioritaire.

Les 4 autres filières, à savoir les légumes, les fruits, les céréales et les légumineuses, occupent une place majeure dans l’assiette Good Food et les recommandations alimentaires du Conseil Supérieur de la Santé. Elles font déjà partie des habitudes alimentaires de la population de la RBC et assurent en ce sens une pertinence de l’appui de la RBC à leur développement vers des filières de qualité. À l’échelle nationale, la production de fruits, légumes et céréales est présente dans les différentes régions. Les 4 filières ont une part de production bio existante qui gagnerait à être soutenue et développée par des marchés plus importants et stables. Par ailleurs, elles disposent toutes d’un potentiel de développement en bio important étant donné que leurs activités de production et transformation, ainsi que leur consommation, sont soutenues et encadrées par les stratégies des régions flamande et wallonne. Finalement, la filière céréales est, elle, associée à la plus grande activité économique en termes d’emplois et établissements. Les autres filières présentent des résultats plus faibles sur cet aspect mais sont en voie de développement, notamment grâce à des soutiens de la RBC (BeCircular).

Studies