Hoe weet u of uw terrein verontreinigd is? Heel eenvoudig: volg de 6 stappen van de praktische gids ‘bodemanalyse voor telen in de stad’!
Stap 1: Info verzamelen ivm de staat van de bodem van uw terrein
Vooraleer tot een bodemanalyse over te gaan, kunt u best zoveel mogelijk informatie verzamelen over uw terrein. Aan de hand daarvan kunt u de eventuele verontreinigingsrisico’s bepalen, de aard van de mogelijke verontreiniging en de zones waar het risico het grootst is. Het is dus belangrijk om deze risico’s vooraf te beoordelen.
De kaart met de staat van de bodem en de PFAS-kaart zijn de gemakkelijkste en belangrijkste hulpmiddelen om na te gaan of uw terrein (mogelijks) verontreinigd kan zijn. U kunt ze gratis raadplegen op de website van Leefmilieu Brussel en ze zullen u helpen om te bepalen of er risico’s zijn voor uw gezondheid. Deze kaarten worden elke dag bijgewerkt op basis van gemelde incidenten, uitgevoerde studies en werken en nieuwe, stopgezette of overgedragen activiteiten.
Kaart met staat van de bodem
- Mijn terrein is niet opgenomen in de bodeminventaris
Dit betekent dat Leefmilieu Brussel niet over informatie over een mogelijke bodemverontreiniging beschikt. In dat geval raden we u aan de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar stap 2: uw terrein observeren en kennen.
- Mijn terrein is opgenomen in de bodeminventaris
Leefmilieu Brussel kent een categorie toe aan elk perceel dat in de bodeminventaris is ingeschreven.
Deze categorieën werden oorspronkelijk niet gedefinieerd met het oog op stadslandbouw. De onderstaande tabel geeft voor elke categorie indicaties betreffende de aanleg van een moestuin.
Tabel: categorieën bodeminventaris
Uw terrein behoort tot categorie: | Wat moet u doen? |
0 (geel) Mogelijk verontreinigde percelen | Deze categorie bevat de terreinen waar verontreiniging wordt vermoed. Het is dus aan te raden bodemanalyses uit te voeren vooraleer met het telen te beginnen. In geval van (onder andere) een verkoop van het terrein is een verkennend bodemonderzoek verplicht. In overeenstemming met de geldende wetgeving zal een bodemverontreinigingsdeskundige dit verkennend bodemonderzoek uitvoeren. Hij kan ook onderzoeken of uw moestuin al of niet verontreinigd is. Deze categorie kan overlappen met een van de onderstaande categorieën en in dat geval zijn er al bodemonderzoeken beschikbaar. |
1 (groen) Niet-verontreinigde percelen | Er zijn al bodemonderzoeken beschikbaar : uw terrein is niet verontreinigd. Indien er boringen ter hoogte van de moestuin, boomgaard of het pluimvee uitgevoerd werden, kunt u deze zonder problemen verder zetten of starten. Indien de locatie ervan niet onderzocht werd, raden we u aan om de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar “Stap 2: uw terrein observeren en kennen”. |
2 (lichtblauw) Licht verontreinigde percelen zonder risico | Er zijn bodemonderzoeken beschikbaar: uw terrein is licht verontreinigd. Indien er boringen ter hoogte van de moestuin, boomgaard of het pluimvee uitgevoerd werden, kunt u deze zonder problemen verder zetten of starten. Zo niet raden we u aan om de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar “Stap 2: uw terrein observeren en kennen”. Aandachtspunt: als u zich in een industriezone* bevindt, zullen de gehanteerde verontreinigingsnormen minder streng zijn. De verontreiniging kan dus aanzienlijk zijn, maar het terrein zal tot categorie 2 behoren. U moet dus de resultaten van het onderzoek opvragen en ze analyseren. Als u zich daarentegen in een groene zone bevindt, zullen de normen strenger zijn. |
3 (donkerblauw) Verontreinigde percelen | Uw terrein is verontreinigd. Een analyse van de uitgevoerde bodemonderzoeken is nodig om na te gaan of er zones op het terrein zijn waar het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee mogelijk is (zones waar de bodem niet verontreinigd is). Betreft het een verontreiniging met Lood, Cadmium, PFAS, pesticiden of asbest, in de bovenste 60 cm, dan is het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee ter hoogte van de verontreiniging niet toegestaan. Betreft het een verontreiniging met andere parameters dan dienen de gebruiksbeperkingen opgelegd in de risicostudie gevolgd te worden. De bodemfacilitator kan u helpen bij de interpretatie van de bodemonderzoeken. |
4 (Paars) Verontreinigde percelen in onderzoek of behandeling | Uw terrein is verontreinigd en er worden onderzoeken uitgevoerd. Het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee is niet toegestaan op een bodem die in de bovenste 60 cm verontreinigd is met Lood, Cadmium, PFAS, pesticiden of asbest. Betreft het een verontreiniging met andere parameters dan dienen de gebruiksbeperkingen (opgelegd na het afsluiten van de bodemprocedure) gevolgd te worden. Raadpleeg de uitgevoerde bodemonderzoeken om na te gaan in welke zones het houden van een moestuin, boomgaard of pluimvee mogelijk is (de zones waar de grond niet verontreinigd is). De bodemfacilitator kan u hierbij helpen. |
*De normen worden bepaald op basis van het gewestelijk bestemmingsplan dat u kunt raadplegen via deze link.
Hoe kunt u de gedetailleerde resultaten van de uitgevoerde bodemonderzoeken verkrijgen?
Mits schriftelijke toestemming van de persoon die het onderzoek heeft laten uitvoeren (de eigenaar of uitbater van het terrein), kunt u Leefmilieu Brussel een elektronische kopie van het onderzoeksrapport of de niet-technische samenvatting vragen. Die aanvraag is betalend (de niet-technische samenvatting is gratis) en gebeurt via een formulier dat beschikbaar is op de website van Leefmilieu Brussel of via het platform IRISbox, het elektronische loket van het Brussels Gewest.
PFAS-kaart
Dit betekent dat volgens de informatie waarover Leefmilieu Brussel beschikt er geen theoretisch risico is op een verontreiniging met PFAS. In dat geval raden we u aan de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar “Stap 2: uw terrein observeren en kennen”.
Dit betekent dat volgens de informatie waarover Leefmilieu Brussel beschikt er een theoretisch risico is op een verontreiniging met PFAS. Afhankelijk van de kleur van uw terrein is dit risico groot of zeer groot. Er is een vermoeden van verontreiniging, in dat geval is het aangeraden om bodemanalyses uit te voeren vooraleer u begint te telen.
Stap 2: Uw terrein observeren en kennen
Het terrein systematisch observeren geeft een goede indicatie van de elementen die het mogelijk verontreinigen of verontreinigd hebben.
U kunt ook meer informatie inwinnen over de geschiedenis van het terrein, bijvoorbeeld bij de buren of de gemeente.
Doe de test: als het antwoord op een van de volgende vragen JA is, kan de bodem van uw terrein verontreinigd zijn:
- Is/was er een stookolietank aanwezig?
- Bevinden er zich bussen of flessen met (resten van) gevaarlijke producten (gebruikte olie, oplosmiddelen enz.) op het terrein?
- Ziet u as op de bodem (bijvoorbeeld afkomstig van een allesbrander)?
- Is de bodem opgehoogd (in dat geval bevat hij meestal bouwafval, stukken baksteen of zelfs kleine hoeveelheden afval, stukjes plastic …)?
Aarzel niet om de bodem een beetje uit te graven.
- Ligt er afval (bijvoorbeeld plaatstaal, metalen …)?
- Ligt er asbestverdacht materiaal?
- Ruikt de bodem verdacht naar olie of oplosmiddelen bijvoorbeeld? (een geur van rottende planten is geen verontreiniging!)
- Ligt uw terrein naast een grote verkeersader (spoorweg, autosnelweg, drukke weg …)?
- Zijn andere omwonenden of vroegere gebruikers op de hoogte van elementen die op mogelijke bodemverontreiniging kunnen wijzen (vorig gebruik van het terrein bijvoorbeeld) ? Aarzel niet om het hen te vragen!
- Is er een interventie van de brandweer geweest ten gevolge een brand ?
Wat moet ik doen als er elementen zijn die op bodemverontreiniging wijzen?
In dat geval is het nuttig om een bodemstaal van één of meer verdachte zones te nemen en het te laten analyseren.
Stap 3: Een laboratorium kiezen
Bepaal, voor u een staal neemt, naar welk laboratorium u uw bodemstalen wilt sturen om ze te laten analyseren.
U kunt kiezen uit:
- Een erkend laboratorium, namelijk een laboratorium dat erkend is voor diepgaande verkennende bodemonderzoeken in overeenstemming met de Brusselse reglementering (de lijst van de erkende laboratoria in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
- Andere laboratoria die eveneens bodemanalyses kunnen uitvoeren. Zie de lijst van de LABO'S BODEMANALYSES (landbouwkundige analyses: tuinen et moestuinen)
Vraag, nadat u een laboratorium hebt gekozen, welke procedure u moet volgen om een analyse aan te vragen (de meeste laboratoria hebben daar aanvraagformulieren voor).
Indien u PFAS wil laten analyseren, vraag dan zeker of dit mogelijk is in het labo dat u hebt gekozen! Op de website van OVAM staat een lijst van labo’s die PFAS in de bodem analyseren. OVAM is echter niet verantwoordelijk voor de volledigheid ervan.
Stuur uw staal zo snel mogelijk naar het laboratorium -via de post of met een koerier- en vraag uw analyse aan (sommige laboratoria hebben een eigen koerier).
Het is aan te raden de eigenaar van het terrein op de hoogte te brengen wanneer u een bodemanalyse laat uitvoeren en hem de resultaten te bezorgen.
Stap 4: Een bodemstaal nemen in uw moestuin
De methode waarmee u de stalen neemt, kan het resultaat van de analyse beïnvloeden en zelfs vervalsen. Het is dus heel belangrijk dat al het materiaal schoon is. U moet het potje voor het staal en het schepje dus goed schoonmaken en grondig spoelen met zuiver water (andere reinigingsmiddelen zijn niet toegestaan). Laat ze daarna in de lucht drogen. Het schepje moet gemaakt zijn van roestvrijstaal.
De meeste laboratoria beschikken ook over gebruiksklare potjes voor bodemstalen die u vooraf niet hoeft te reinigen of te spoelen.
Welk materiaal hebt u nodig?
- Notaboekje en potlood (optioneel)
- Opgelet: indien u PFAS wil laten analyseren mogen geen hardcovernotitieboekjes of plastiekclipboards gebruikt worden.
- Nieuwe wegwerphandschoenen of nitril handschoenen voor PFAS
- Een schoon, onbeschadigd stuk plastic zeil (optioneel)
- Schone glazen bokaal van minstens 400 ml
- Schepje of spade
- Etiketten
- Koelbox of koelelementen (voor de analyse van de vluchtige stoffen)
- Opgelet: indien u PFAS wil laten analyseren zijn flexibele koelelementen met koelvloeistof niet toegestaan.
Indien u PFAS wil laten analyseren, moet u ook op onderstaande letten:
- Vermijd rechtstreeks contact tussen waterdichte kleding en het staal dat u neemt
- Voorkom dat regenwater via kleding in het staal loopt
- Gebruik geen kleding dat met wasverzachter gewassen werd
- Schoenen/laarzen moeten gemaakt zijn van polyurethaan (PU/PUR) of PVC, ze mogen geen Gore-Tex bevatten en niet behandeld geweest zijn met waterafstotende producten
- Gebruik voor u het staal neemt geen vochtinbrengende middelen, handcrème, zonnecrème, muggenmelk of andere gerelateerde producten
Hoeveel stalen moet u nemen en waar?
Vooraleer u het bodemstaal neemt, kunt u best een schets maken waarop u de plaats aanduidt waar u het bodemstaal gaat nemen. Dat zal u helpen om deze plaats later terug te vinden.
- Voor kleine moestuinen (minder dan circa 50 m²) volstaat één staal.
- Voor grote moestuinen kan het nuttig zijn om meerdere stalen te laten analyseren. De onderstaande tabel geeft het minimale aantal aanbevolen stalen aan afhankelijk van de oppervlakte van de moestuin:
Oppervlakte van de moestuin | Aantal stalen |
Tussen 50 en 250 m² | 2 potjes met stalen |
Tussen 250 en 500 m² | 3 potjes met stalen |
Tussen 500 en 1000 m² | 4 potjes met stalen |
Voor een geïdentificeerde verdachte zone (bijvoorbeeld waar u een geur van olie of oplosmiddelen waarneemt, een ophoging, een zone waar een interventie van de brandweer ten gevolge een brand geweest is…) raden we aan een gericht staal te nemen.
Als er meerdere verdachte zones zijn in de moestuin, kunt u ook beslissen om meerdere stalen te nemen. Bijvoorbeeld een staal in een zone waar zich ophogingen bevinden en een staal op een plaats die naar olie of andere stoffen ruikt.
Hoe neemt u een bodemstaal?
Om een stalenpotje te vullen, kiest u 3 plaatsen in uw moestuin en neemt u een schep (met een schepje of een schop) van de eerste 20 cm grond. Meng deze 3 grondstalen (eventueel op een schoon onbeschadigd stuk plastic) en vul de pot tot de rand met deze grond. Raak de grond niet aan met blote handen of vuile handschoenen.
Als u een staal wilt nemen op een plaats van een verdachte zone, volstaat het om het potje alleen te vullen met grond van deze verdachte plaats (en niet verschillende stalen te mengen). Anders verdunt u het staal en krijgt u minder nauwkeurige resultaten.
Sluit het potje goed af.
De stalen identificeren
Kleef een etiket op de pot en schrijf er uw naam en de datum van de staalname op. Als u meerdere potjes hebt, vermeld dan ook de plaats waar u de stalen hebt genomen. Dat is belangrijk om daarna de resultaten te kunnen analyseren! De schets die u hebt gemaakt, kan u daarbij helpen.
Hoe bewaart u het staal?
Zet het staal op een koele plaats. Bewaar het nooit in de zon of in de buurt van een radiator!
Als u uw staal wil laten onderzoeken op vluchtige stoffen zoals oplosmiddelen of bepaalde brandstoffen (bv. benzine), kunt u het staal beter bewaren in een koelbox, of als dat kan, in een koelkast.
Stap 5: Een bodemstaal van uw moestuin laten analyseren
Op welke chemische stoffen moet u het staal laten onderzoeken?
De analyse van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), zware metalen en minerale oliën is al een goede basis om de staat van verontreiniging van uw moestuin te controleren.
Als u verontreiniging met andere stoffen vermoedt (ontvettingsproducten, benzine, asbest, PFAS, pesticiden enz.), kunt u vragen om het staal op andere, meer specifieke stoffen te onderzoeken. Uw laboratorium kan u informeren over de verschillende analysemogelijkheden.
De resultaten worden meestal binnen een maand verzonden.
Hoeveel kost dit?
Reken 50 tot 60 euro voor de analyse van een bodemstaal op zware metalen, PAK’s en minerale olie (maar soms zijn er meerdere stalen nodig!). De prijzen voor de andere parameters kunnen sterk variëren afhankelijk van de geanalyseerde parameter en kan oplopen tot enkele honderden euro’s. Een analyse op PFAS kost gemiddeld 200 euro. Uw laboratorium kan u informeren over de prijzen van de bodemanalyses.
Stap 6: De resultaten interpreteren
Om te weten of u voorzorgsmaatregelen moet nemen in verband met uw moestuin, kunt u de analyseresultaten die u van het laboratorium hebt ontvangen vergelijken met de drempelwaarden in de onderstaande tabel.
Waarmee stemmen deze drempelwaarden overeen?
Drempelwaarde 1 stemt overeen met de interventienorm voor een woonzone (volgens het Gewestelijk bestemmingsplan) zoals voorzien door het besluit tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen. Het zijn dus de officiële normen waarboven uw terrein als verontreinigd wordt beschouwd als het zich in een woonzone bevindt. Deze normen werden onder meer bepaald op basis van analyses van de risico’s voor de menselijke gezondheid en het milieu. De optiek van ongunstige scenario’s werd weerhouden omdat men rekening houdt met personen die hun gehele leven aan de verontreiniging zijn blootgesteld.
Drempelwaarde 2 is een concentratie die door Leefmilieu Brussel werd berekend op basis van een risicobeoordelingsmodel, voor een woning met een moestuin. Boven deze berekende concentratie moeten er maatregelen worden genomen om contact met de aanwezige verontreiniging te vermijden en mogelijke negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid te vermijden.
Stof (mg/kg) | Drempelwaarde 1* | Drempelwaarde 2* | Stof (mg/kg) | Drempelwaarde 1* | Drempelwaarde 2* | |||
Zware metalen | Koolwaterstoffen | |||||||
Arseen | 103 | 103 | Naftaleen | 5 | 5 | |||
Cadmium | 6 | / | Benzo(a)pyeen | 3,6 | 4,86 | |||
Chroom (III) | 240 | 240 | Fenantreen | 65 | 236 | |||
Koper | 197 | 2359 | Fluoranteen | 30 | 195 | |||
Kwik | 4,8 | 4,8 | Benzo(a)antraceen | 10,5 | 33 | |||
Lood | 560 | / | Chryseen | 180 | 375 | |||
Nikkel | 95 | 151 | Benzo(b)fluoranteen | 7 | 37 | |||
Zink | 333 | 4099 | Benzo(k)fluoranteen | 11,5 | 37 | |||
Benzo(ghi)peryleen | 3920 | 3920 | ||||||
Indeno(1,2,3-cd)pyreen | 20 | 37 | ||||||
Stof (mg/kg) | Drempelwaarde 1* | Drempelwaarde 2* | Antraceen | 70 | 24420 | |||
Minerale olie | Fluoreen | 3950 | 3950 | |||||
Minerale olie (C10-C40) | 1000 | 1000 | Dibenz(a,h)antraceen | 2,9 | 4,45 | |||
Acenafteen | 14 | 30 | ||||||
Acenaftyleen | 1 | 11 | ||||||
Pyreen | 395 | 2387 | ||||||
Stof (µg/kg) | Drempelwaarde 1* | Drempelwaarde 2* | ||||||
PFAS | Stof (mg/kg) | Drempelwaarde 1* | Drempelwaarde 2* | |||||
PFOA | 7,9 | / | Asbest** | 100 | / | |||
PFOS | 4,9 | / | ||||||
Som PFAS TOTAAL | 8 | / |
** hechtgebonden asbestconcentratie vermeerderd met tienmaal de niet-hechtgebonden asbestconcentratie
Disclaimer:
Leefmilieu Brussel kan noch direct, noch indirect aansprakelijk worden gesteld voor de manier waarop deze aanbevelingen worden gebruikt en geïnterpreteerd. De betrokkene is als enige verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat de omstandigheden geschikt zijn om op de gekozen plaats te tuinieren
Wat moet u doen als de gemeten concentratie hoger is dan deze waarden?
Er is geen drempelwaarde overschreden | Low concern (Niet “zorgwekkend”) | Uw terrein wordt niet als verontreinigd beschouwd en u kunt dus met een gerust hart starten met een moestuin of groenten blijven telen in uw moestuin. Aanbevolen acties niveau 0
|
Drempelwaarde 1 werd overschreden voor minstens één parameter (maar niet voor cadmium, lood, PFAS, pesticiden en asbest) | Medium concern (Weinig “zorgwekkend”) | De bodem van uw moestuin is licht verontreinigd. U kunt echter met een gerust hart groenten telen op voorwaarde dat u de volgende richtlijnen in acht neemt : de aanbevelingen van niveau 0 EN de aanbevelingen van niveau 1 |
Drempelwaarde 1 werd overschreden voor cadmium, lood, PFAS; pesticiden en/of asbest OF drempelwaarde 2 werd voor minstens één andere parameter overschreden | High concern (zeer zorgwekkend) | Het terrein is verontreinigd en gezondheidsrisico’s kunnen niet uitgesloten worden. Vermijd dus om in volle grond te telen en vermijd elk direct contact met de verontreiniging. De aanbevelingen van niveau 0, niveau 1 EN de aanbevelingen van niveau 2 dienen in acht genomen te worden |
Enkele concrete voorbeelden:
- Voorbeeld 1: Voor zink bedraagt drempelwaarde 1 333 mg/kg .
Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 100 mg/kg zink bevat. Er is dus geen drempelwaarde overschreden en ik kan groenten telen. - Voorbeeld 2: Voor koper bedraagt drempelwaarde 1 197 mg/kg en drempelwaarde 2 2359 mg/kg.
Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 1200 mg/kg koper bevat. Drempelwaarde 1 is overschreden, maar drempelwaarde 2 niet. Ik kan groenten telen, maar ik moet de aanbevelingen van niveau 1 in acht nemen. - Voorbeeld 3: Voor Cadmium bedraagt drempelwaarde 1 6 mg/kg.
Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 8 mg/kg cadmium bevat. Aangezien het cadmium betreft en dit één van de uitzonderingen is samen met lood, PFAS, pesticiden en asbest, dien ik niet meer met drempelwaarde 2 te vergelijken, maar kan ik meteen besluiten dat ik geen groenten teel in volle grond ter hoogte van de verontreinigde zone. Ik teel in bakken of verplaats mijn moestuin naar een niet verontreinigde zone. - Voorbeeld 4: Voor benzo(a)pyreen bedraagt drempelwaarde 1 3,6 mg/kg en drempelwaarde 2 4,86 mg/kg.
Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 5,9 mg/kg benzo(a)pyreen bevat. Drempelwaarde 2 is overschreden. Ik teel geen groenten in volle grond in de verontreinigde zone, maar ik teel in bakken of ik verplaats mijn moestuin naar een niet verontreinigde zone.
Aanbevolen acties
Niveau 0
Uw terrein wordt niet als verontreinigd beschouwd en u kunt dus met een gerust hart starten met een moestuin, of groenten blijven kweken in uw moestuin. Toch raden we u aan om onderstaande aanbevelingen op te volgen.
- Was of schil uw groenten en fruit altijd voor u ze eet.
- Was uw handen nadat u in de tuin hebt gewerkt.
- We raden ook aan om uw moestuin te bewerken volgens de goede praktijken voor tuinieren om toekomstige bodemverontreiniging te vermijden.
Niveau 1
Uw bodem is licht verontreinigd. U kunt echter met een gerust hart groenten telen, op voorwaarde dat u de aanbevelingen van niveau 0 en de onderstaande aanbevelingen in acht neemt.
- Schil wortelgroenten voor u ze eet of bereidt.
- Zorg voor een variatie in groenten en fruit en wissel af tussen groenten en fruit uit uw eigen tuin en uit de winkel.
- Vermijd het mee in huis brengen van verontreinigde grond.
- Niet alle planten zijn even gevoelig voor bodemverontreiniging. Teel geen planten waar verontreinigde stoffen zich opstapelen. Zie: speelt het soort groenten dat ik teel een rol bij bodemverontreiniging?
- Laat de grond niet braak liggen :
- Zorg dat de verontreinigde bodem zoveel mogelijk bedekt of begroeid is, zodat er zo weinig mogelijk contact met deze verontreinigde grond mogelijk is en om te vermijden dat bodemdeeltjes worden verspreid door de wind of de regen. U kunt de bedden bedekken met compost of afgehakseld groenafval. In het algemeen is dit ook een goede praktijk om de bodem en het bodemleven te beschermen.
- Bedek de rest van de verontreinigde zone, die niet zal worden bewerkt, zoals paadjes. Bijvoorbeeld met houtsnippers om te vermijden dat iemand met de bodemverontreiniging in contact komt.
Niveau 2
Uw bodem is verontreinigd en dit kan risico’s inhouden. Neem de aanbevelingen van niveau 0, 1 en de onderstaande aanbevelingen in acht.
- Teel uw groenten in bakken of andere recipiënten die u vult met schone grond en compost, waarvan u de herkomst kent;
- Of bedek het terrein met een laag zand van 10 cm dik en hoog het daarna op met minstens 60 cm schone teelaarde zodat de wortels van de planten niet in de verontreinigde zone doordringen;
- Het houden van kippen ter hoogte van de verontreinigde zone wordt afgeraden zolang er geen fysieke scheiding is met de verontreinigde grond.
U kunt de vastgestelde bodemverontreiniging ook laten saneren, bijvoorbeeld door afgraving. Om het goede verloop van de saneringswerken te garanderen, moet deze verplicht worden opgevolgd door een bodemverontreinigingsdeskundige en een bodemsaneringsaannemer. De verontreinigde grond moet bovendien worden afgevoerd naar een erkend verwerkingscentrum. Een bodemsanering brengt aanzienlijke kosten met zich mee.
Meer informatie vindt u op onze webpagina’s over de behandelingstechnieken
De verontreiniging afbakenen
In sommige gevallen geeft de observatie van de aard van de bodem al een eerste indicatie van de omvang van de verontreiniging. Als uw terrein bijvoorbeeld een zone bevat waar u alleen natuurlijk zand ziet, en een andere zone die duidelijk werd opgehoogd (heterogene grond die stukken baksteen ed bevat), is de kans groot dat de bodemverontreiniging tot die laatste zone beperkt is.
Als een bepaalde zone of een specifiek staal verontreinigd is, kunt u ook bijkomende analyses laten uitvoeren om de verontreiniging beter af te bakenen.
Als u andere stoffen hebt laten analyseren
Als u analyseresultaten hebt voor andere verontreinigende stoffen dan de bovenvermelde stoffen, kunt u eerst en vooral de resultaten vergelijken met de interventienormen voor een woonzone die werden bepaald door het besluit tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen.
Als u een bodemverontreiniging vaststelt die deze interventienorm overschrijdt, raden we u aan een bodemverontreinigingsdeskundige te raadplegen om na te gaan welke specifieke maatregelen u moet nemen om elk contact met de verontreiniging te vermijden.
Afhankelijk van de aard van de vastgestelde verontreiniging en de gemeten concentraties, kunnen namelijk andere maatregelen noodzakelijk zijn.