Na een twintigtal jaar van quasi ononderbroken groei en een welkome belangstelling tijdens de eerste lockdown door de coronacrisis kende de sector in 2021 en 2022 een ongeziene terugval. Door overproductie, een stijging van de energieprijzen en een op hol geslagen inflatie (meer dan 17 % voor voedingswaren in maart volgens Statbel), keerden sommige consumenten bio de rug toe. Nochtans trok de Belgische markt weer aan met een heropleving die in de lente van 2023 werd ingezet. Houdt de stijging in het nieuwe jaar aan of is de stabilisering van voorbijgaande aard?
Bio produceren is goed, bio verkopen nog beter! Volgens de barometer voor 2023 van Biowallonie, de structuur die de biosector in het Gewest omkadert en begeleidt, “zag Wallonië de uitgaven voor biologische voedingsmiddelen in 2022 voor het eerst dalen sinds 2006. Ze bedroegen 416 miljoen euro, een vermindering van 5,8 %.” Zijn Vlaamse tegenhanger BioForum doet nagenoeg dezelfde vaststelling: “Voor het eerst in jaren lijkt de groei van de biologische productie in Vlaanderen te vertragen. De aangroei van het bioareaal stagneert en het aantal biolandbouwers blijft nagenoeg status quo. […] In de bioketen zijn minder bedrijven actief dan in 2021.”
Volgens de Union nationale des agrobiologistes belges (UNAB) is die terugloop te wijten aan “structurele oorzaken”, en moet men ketens ontwikkelen, op zoek gaan naar nieuwe afzetmarkten, de landbouwpraktijken van de sector en hun positieve impact op de biodiversiteit onder de aandacht brengen en inspanningen leveren om bio beter bekend te maken bij de consumenten en het een moderner imago te geven. Al die uitdagingen voor de biosector maken integraal deel uit van de strategie Good Food 2 (2022-2030). Die wil zowel de consumptiekeuzes van de inwoners van Brussel aanpakken als de praktijken van de professionals die een rol spelen in elke stap van de productie- en bevoorradingsketen.
De consumenten en hun gewoonten beter begrijpen
Een Brusselaar besteedde in het jaar 2022 gemiddeld € 121 aan bioproducten, tegenover 84 voor een Belg (cijfers over bio voor 2022 van Biowallonie). Een peiling die werd gehouden in het kader van de Strategie Good Food 2 vult die resultaten aan. Zo verklaart 30 % veel biologische voeding te consumeren (32 % bevestigt dat ze dat weinig of niet doen), en vindt 40 % dat bio kopen niet altijd duurder is. Ten slotte is bio volgens meer dan de helft van de ondervraagde personen beter voor de gezondheid en houdt het de ecosystemen in stand door het verbod op pesticiden.
Maar waar kopen de Belgen bio? Volgens de barometer voor de consumptie van bioproducten die in maart gepubliceerd werd, komen supermarkten op de eerste plaats van de plekken waar de meeste aankopen van bioproducten gebeuren, gevolgd door markten en biowinkels. Ook BioForum bevestigt dat. Zij merken op dat in Vlaanderen “de gewone supermarkt de voornaamste distributieketen voor bioproducten blijft, vóór het circuit voor gespecialiseerde verkoop. Boerderijwinkels en markten van producenten zijn kleinere kanalen, maar ze hebben het grootste aandeel bioproducten in hun assortiment.”
Biowallonie van zijn kant wijst op een vermindering van de volumes en de aangeboden bioproducten in grote en middelgrote winkels, en op een “intensivering van de concurrentie uit het buitenland”. In het algemeen ligt de inkoopprijs die de bioproducenten krijgen in de meeste ketens onder de productieprijs. De rendabiliteit van landbouwbedrijven die biologisch werken ligt tegenwoordig ongeveer op hetzelfde niveau als bij bedrijven die aan conventionele landbouw doen. Volgens Biowallonie moet de heropleving van de sector “eerder via de korte dan via de lange keten” verlopen, met kleinere volumes.
Een wildgroei aan bio
Wat is bio? Het begrip is zodanig te grabbel gegooid dat het voor consumenten niet makkelijk is om die vraag te beantwoorden. Focusgroepen in het kader van de Strategie Good Food 2 wijzen in die richting. De deelnemers kaarten een soort van “commerciële verzamelterm voor allerlei marketingdoeleinden” of greenwashing aan, met uitdrukkingen als ‘milieuvriendelijk’, ‘lokaal geproduceerd’, of ‘natuurlijk’, die de boodschap in de ogen van de consument vertroebelen. Ze twijfelen aan de betrouwbaarheid van het biolabel, want in de winkel liggen fruit en groenten met een biokeurmerk die van de andere kant van de wereld komen en die verpakt zijn in plastic. Volgens hen levert terugvallen op producten die in bulk verkocht worden geen grotere garantie op dat je ‘echte bio’ koopt. Om de consumptie van bio in België in 2024 opnieuw van de grond te krijgen en te consolideren, zal het er dus op aankomen tot een duidelijke definitie van het concept en de toepassing ervan te komen.
Parallel daarmee raakt meer dan één consument het noorden kwijt door de overvloed van labels en certificeringen op de bioproducten. Dat kan duidelijker. Er zouden in de Europese Unie meer dan 200 milieulabels zijn en wereldwijd maar liefst 450. Uit een enquête, die Testaankoop en de Europese Consumentenorganisatie (BEUC) deze maand hielden, blijken drie op vier Belgen slecht of helemaal niet geïnformeerd te zijn over de criteria en de vereisten waaraan bedrijven moeten voldoen om die groene labels te mogen gebruiken. Ze zijn vragende partij voor een strikter regelgevend kader. De Europese Commissie heeft wel oren naar die vraag en komt eraan tegemoet met een voorstel om de ecolabels beter te omkaderen en de strijd aan te gaan met misleidende milieuclaims. Voor de Belgische biomarkt is er alvast geen gebrek aan goede voornemens om van 2024 een belangrijk jaar te maken en steeds meer consumenten op de kar te krijgen.
Foto © Xavier Claes