28/09/2023

Ter gelegenheid van de werelddag van het verzet tegen armoede op 17 oktober werpen we een blik op VRAC (Vers un Réseau d’Achat en Commun), een vereniging die aankopen ‘in bulk’ in haar DNA heeft zitten. Het principe is eenvoudig: inwoners van achtergestelde buurten doen bij lokale producenten groepsaankopen voor gebruikelijke consumptieproducten en profiteren zo van voordelige prijzen. Het netwerk krijgt steun van de strategie ‘Good Food’ en maakt het mogelijk om actief de strijd aan te gaan met de ongelijke toegang tot kwaliteitsvoeding. We zitten samen met Lino Paoletti, operationeel verantwoordelijke, en Laurence Van Malder, coördinatrice van het netwerk VRAC Brussel.

 

Hoe en wanneer is het netwerk VRAC ontstaan?

De vereniging is in 2013 ontstaan in de Franse stad Lyon. Indertijd baatte Boris Tavernier, de oprichter ervan, een restaurant uit en hij sloeg zijn voorraad rechtstreeks in bij producenten uit de streek. Mettertijd creëert hij een solide netwerk van producenten en wordt hij een lokaal aanspreekpunt voor de bewoners. Daaruit zal het idee ontstaan om bewoners in de volksbuurten die door gebrek aan financiële middelen en door de geografische omstandigheden geen toegang krijgen tot kwaliteitsvoeding, in contact te brengen met lokale producenten.

VRAC is gebaseerd op het feit dat je in groep ‘in bulk’ aankoopt, en dus voordeligere prijzen krijgt. De wil om iets te doen aan de kwetsbaarheid aan de twee kanten van het voedingssysteem, dankzij betaalbare prijzen en een degelijke vergoeding van de producenten, staat centraal bij de vereniging. In mei 2022 maakt VRAC France de oversteek naar Brussel.

 

Hoeveel leden hebben jullie vandaag? Wie zijn ze en wat verwachten ze van het VRAC-netwerk?

We tellen bijna 200 leden in Brussel, verdeeld over de 5 gemeenten en wijken waar we aanwezig zijn: Schaarbeek, Elsene, Evere, Anderlecht en de Marollen. De leden hebben uiteenlopende profielen. Dat kunnen mensen zijn die voedselhulp nodig hebben of die geïsoleerd zijn (ouderen, maar niet altijd), alleenstaande moeders, vrouwen die Frans leren, studenten, maatschappelijk werkers … Onze werking is heel flexibel in die zin dat we reageren op de behoeften van onze leden, en hen vooral kwaliteitsproducten aanbieden tegen een betaalbare prijs: geen verplichting om elke maand te bestellen, geen opgelegde minimumhoeveelheden, geen betaling vooraf …

Via het VRAC-netwerk dragen we ook bij aan de sociale samenhang van een wijk, met animatie die draait rond voeding of de uitdagingen die daarbij komen kijken, activiteiten in verband met koken, of boerderijbezoeken. Er zijn mensen die kennis kunnen overbrengen, zoals recepten, technieken om voedsel in te maken of over het gebruik van wilde planten. Dat aspect van gedeelde kennis valt in de smaak bij de mensen.

 

Waarom is het belangrijk om de bewoners van de meest achtergestelde wijken te begeleiden en te sensibiliseren om beter te gaan consumeren? Staan ze daarvoor open en zien jullie veranderingen in hun gedrag?

Het is niet onze bedoeling om ‘de armen op te voeden’, wel om hen de middelen te geven om aan de slag te gaan volgens hun eigen waarden. We zouden zelfs durven stellen dat het nog een stuk belangrijker is om welgestelde mensen te begeleiden en te sensibiliseren om beter te consumeren: velen van hen hebben er immers de middelen voor maar doen het gewoon niet! Tegenwoordig heerst de misvatting dat armen zich niet juist kunnen voeden, niet kunnen koken, niets van voeding afweten ... Maar gezond eten en verantwoord consumeren is niet het alleenrecht van de hogere klassen. Door geldgebrek hebben gezinnen uit de meest achtergestelde wijken niet altijd de mogelijkheid om te kopen wat ze zouden willen en daar komt VRAC in beeld. Wij geven hen concrete middelen om goed te eten, naargelang hun budget en hun wensen, en leveren daarbij inhoud die tot nadenken stemt. Of het nu gaat over gezondheid, smaakvol eten of de wens om hun kinderen kwaliteit te eten te geven, mensen zijn gevoelig voor die problematieken die hen rechtstreeks aangaan. Sommige van onze leden zijn heel goed op de hoogte van wat er schort met het voedselsysteem terwijl het anderen gewoon niet interesseert. Maar het allerbelangrijkste is dat iedereen recht krijgt op voeding.

 

In welke zin is de toegang tot kwaliteitsvoeding fundamenteel als je je in een kwetsbare situatie bevindt?

Het is gewoon een mensenrecht. Wat is er noodzakelijker dan eten? Het staat synoniem voor delen, van voedsel natuurlijk, maar ook van fijne momenten. Als je het vanaf de 10e van de maand moeilijk hebt om jezelf en je kinderen te eten te geven, is er een ernstig maatschappelijk probleem. Het is extreem lastig om het hoofd boven water te houden als daar nog eens financiële moeilijkheden, problemen met huisvesting en werkgelegenheid bij komen. Dan kun je in een negatieve spiraal terechtkomen. Toegang hebben tot kwaliteitsproducten is een stap richting een aangenamer en waardiger menselijk bestaan.

 

Wat wil ‘arm zijn’ in 2023 zeggen in Brussel?

(Te) veel dingen! Ten eerste is voedselhulp een sector die in België al een twintigtal jaar een explosie kent. De FdSS schat dat 600.000 mensen er gebruik van maken, van wie 90.000 in Brussel. Om een beroep te doen op voedselhulp moet je je kwetsbare economische en sociale situatie rechtvaardigen via procedures bij sociale diensten die heel indringend kunnen overkomen. Naar schatting maakt slechts één op vier rechthebbenden er gebruik van. Voedselhulp dient voor crisissituaties en de kwaliteit van de uitgedeelde producten laat vaak te wensen over. Het gaat voor 40% om onverkochte producten afkomstig van de groothandel of de levensmiddelensector. We zijn niet zeker van de hoeveelheden en de kwaliteit ervan schommelt heel sterk. Als je in 2023 met voedselarmoede kampt in Brussel, moet je dus leven met het gebrek aan keuze tussen kwaliteit en kwantiteit, met smakeloze producten zonder ziel en jezelf tegelijkertijd blootgeven om je situatie en je budgetbeheer te verantwoorden.

 

Welke prioritaire acties zijn volgens jullie mogelijk om komaf te maken met de voedselarmoede in Brussel?

Je moet om te beginnen de armoede in het algemeen aanpakken, met name door de minimuminkomens op te trekken. Als mensen meer geld overhouden wanneer alle gewone facturen (woning, energie, onderwijs ...) betaald zijn, zullen ze zelf wel kiezen wat ze willen eten. Het idee van de 'sociale voedselzekerheid'd is een goede optie. Dat idee is eenvoudig: volgens het model van de sociale zekerheid ontvangt elke Belgische werknemer bijvoorbeeld € 150 per maand om uit te geven op erkende plekken. Met zo’n project kun je ‘eters’ en ‘producenten’ met elkaar in contact brengen en kunnen ze het gesprek aangaan zodat iedereen zich bewust wordt van de realiteit van de ander. Het zou jobs opleveren en het thema voedselsoevereiniteit weer op tafel brengen. Maar hoewel die maatregel ingrijpende veranderingen van het voedselsysteem met zich mee zou brengen, kun je de armoede er niet ten gronde mee bestrijden.

 

Hoe heeft de strategie Good Food jullie geholpen om het VRAC-netwerk op te zetten en uit te werken?

Samen met 4Wings Foundation en de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) was het onze eerste geldschieter. Dankzij die steun konden we de vereniging in goede omstandigheden oprichten en een team op het terrein inschakelen dat in contact staat met de bewoners en de buurtverenigingen, maar ook samenwerkt met de producenten voor de logistiek en de bevoorrading. Zo konden we onze eerste groepsaankopen opzetten in Brussel. In ons economische model kunnen we onze leden betaalbare prijzen aanbieden omdat we de kosten van het werk dat de verkochte producten vragen niet doorrekenen. Dat alles zou niet mogelijk zijn zonder de steun van overheden en stichtingen op lange termijn. Dankzij de strategie Good Food zijn we deel gaan uitmaken van een netwerk van professionals die rond dezelfde uitdagingen en problematieken als wij werken.

 

Welke plannen en acties liggen voor dit jaar in het verschiet?

We hebben onze leden gevraagd welke nieuwe producten ze graag in onze catalogus zouden zien. Ze wilden meer producten vervaardigd door Belgische producenten, wat betekent dat we de logistiek moeten ontwikkelen voor verse producten: boter, kaas, yoghurt … en dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan! We blijven groepsaankopen opzetten in nieuwe buurten, zoals de Bemptwijk in Vorst, en in de gemeenten Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost, Anderlecht en Schaarbeek. We willen onze bestaande groepen die meer permanente kruidenierszaken vragen ook begeleiden. We gaan nadenken over ons bestuur om onze leden meer te betrekken bij onze democratische aanpak, en met het oog op de volgende verkiezingen gaan we de sociale voedselzekerheid serieus aanmoedigen zodat die op de politieke agenda komt. En we willen vooral bewoners, maatschappelijk werkers, producenten en besluitvormers blijven samenbrengen rond het thema van de toegang tot kwaliteitsvoeding!

 

Illustratie