22/05/2023

Overrijp, te klein, vervallen, of gewoon niet naar de smaak van de consumenten … onverkochte voedingswaren werden lange tijd met een scheef oog bekeken en beschouwd als producten zonder veel waarde. Tegenwoordig is er een revolutie tegen verspilling en vóór korte ketens aan de gang: voedseloverschotten geven aanleiding tot mooie initiatieven van ondernemers, met de steun van de Strategie Good Food 2.

En als er nu eens een andere optie dan de vuilnisbak bestond? Momenteel wordt naar schatting amper 11% van de voedingswaren die uit de rekken van de Belgische supermarkten gehaald worden benut (studie van Comeos uit 2019). Het doel is om via de ondersteunde projecten tegen 2030 aan 500 ton benutte onverkochte voedingsmiddelen of voedseloverschotten te geraken (ten opzichte van de 91 ton tussen 2016 en 2020). Alle actoren uit de voedselketen zijn betrokken bij het recupereren van die hulpbronnen die mensen nog kunnen consumeren. Dat gebeurt in het bijzonder door praktijken in te voeren die de strijd tegen voedselverspilling en een andere kijk op dat ‘afgeschreven’ eten stimuleren.

De Strategie Good Food 2, die in 2016 van start ging en verlengd werd tot 2030, wijdt een van haar vijf pijlers aan het ‘verminderen van voedselverlies en -verspilling’ via met name de verwerking van onverkochte voedingsmiddelen en financiële steun voor verwerkingsprojecten en frisse, jonge ondernemersinitiatieven. "Good Food heeft ons een duwtje in de rug gegeven om inspiratie op te doen en een samenhangend project op te zetten door voort te bouwen op onze troeven en onze installaties te delen", legt Catherine Bodson uit. Ze is de oprichtster van de het ambachtelijke conservenatelier Pipaillon en was in 2022 laureaat van de projectoproep BeCircular. "We hebben onze doelgroep (uitsluitend producenten en landbouwers uit Brussel en de randgemeenten) duidelijk geïdentificeerd en ons aanbod geformuleerd: hen in staat stellen om hun inkomsten te diversifiëren door hun oogstoverschotten te gebruiken, en dat tegen een correcte vergoeding." 

 

Je economische model kunnen uitproberen

Een bedrijf uit de grond stampen is een serieuze gok, des te meer als je ervoor kiest om je economische model te baseren op “wortelloof en schillen”! Louise Martin Loustalot, medeoprichtster van de circulaire en solidaire traiteurszaak Les Gastrosophes, ging in 2016 van start door markten tegen het einduur af te schuimen met een groep vrienden. De jonge vrijwilligers blijven gemotiveerd en Good Food wordt de allereerste geldschieter van hun vereniging. “Dankzij hen konden we de keuken uitrusten en bovendien gaf het ons de nodige zekerheid om het project op langere termijn uit te werken, te formuleren waar we voor stonden en ons economische model echt uit te testen”, herinnert de jonge vrouw zich. Vervolgens stelde de gemeente Anderlecht een gebouw ter beschikking om er een laboratorium te huisvesten voor de verwerking van onverkochte voedingswaren die ingezameld werden bij Brusselse biowinkels. En er volgde een subsidie van BeCircular voor de eerste aanwervingen. Tussen 2018 en 2022 produceerde Les Gastrosophes meer dan 80.000 maaltijden, waarvan 50.000 gratis. Een deel van het bedrag van de verkoop van de gewone traiteursdienst wordt immers gebruikt om de gratis sociale traiteur te financieren. Tegenwoordig betaalt de vereniging de lonen uit eigen zak en serveert ze elk jaar meer dan 30.000 maaltijden, goed voor 18 tot 24 ton gerecycleerde onverkochte producten.

 

Kiezen voor circulariteit

Door projecten voor de verwerking van onverkochte producten financieel te ondersteunen helpt de Strategie Good Food 2 rechtstreeks mee om onze economie en het bijhorende ideaal van de overproductie vanuit een andere hoek te benaderen. In de voedselketen is verspilling tegengaan aan de bron een cruciale stap richting meer circulariteit. De onderneming moet niet alleen rendabel zijn, je moet ook een evenwicht vinden tussen persoonlijke waarden en de realiteit op het terrein. Dat is ook wat Louise Martin Loustalot (Les Gastrosophes) moest uitmaken: werken met onverkochte producten kan “duurder uitvallen dan goedkope groenten en fruit inslaan maar wij hebben ervoor gekozen die meerkost te laten dragen door de verkoop van diensten aan vermogende klanten (ondernemingen, overheidsdiensten, particulieren). Zij dekken de kosten van de gerecupereerde producten maar ook het economische verlies dat bij de gratis sociale traiteur komt kijken. En dat werkt!” 

Zodra de ondernemersmachine in gang is, komt het moment om de verworven expertise en vaardigheden door te geven, en de revolutie tegen de verspilling en voor de korte ketens zo een extra duwtje in de rug te geven. Catherine Bodson (Pipaillon) heeft ondertussen een gebruiksklaar atelier en een goedgevulde catalogus van recepten. Ze probeert haar netwerk verder uit te breiden en “nieuwe producenten te overtuigen”. Louise Martin Loustalot (Les Gastrosophes) droomt dan weer van een “huis waar alles rond voeding draait met plek voor productie, evenementen, ruimtes waar het even wat minder mag, een restaurant en gezamenlijke voedselverwerking zonder straffe technologie”. Onverkochte voedingsmiddelen en voedseloverschotten die in extremis gered worden van de vuilnisbak hebben duidelijk nog heel wat in petto … Aan tafel!

Illustratie