De Good Food-strategie werd in 2016 gelanceerd door de Brusselse regering om in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een duurzaam voedingssysteem tot stand te brengen. 5 jaar later werd de strategie opnieuw onder de loep genomen en samen met de actoren op het terrein aangepast en opgebouwd. Zo zag in 2022 de strategie Good Food 2 (2022-2030) het licht, met de ambitie om Good Food toegankelijk te maken voor alle Brusselaars en tegelijkertijd producenten een eerlijke prijs te kunnen blijven bieden. Maar hoe is die strategie precies uitgevoerd op het terrein? Een van de structurele principes van de strategie is een participatieve, sectoroverschrijdende en gezamenlijke governance door diverse actoren… Leest u vooral verder!
Diversiteit in standpunten
Voeding – van productie tot consumptie – is iets waar uiteenlopende sectoren bij betrokken zijn: de landbouw, de agro-voedingssector, de horeca, de welzijns- en gezondheidssector, de sector van de mobiliteit… en elk hebben ze wat voeding betreft hun eigen ervaring en hun eigen standpunt. Om op een sectoroverschrijdende manier een strategie en politieke voorstellen uit te werken die bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzaam voedingssysteem, dat tegelijkertijd rekening houdt met de realiteit van elke sector, berust het beheer van de strategie met name op een participatieve raad. Die raad is gestoeld op drie pijlers: het economische aspect, het sociale aspect en het milieu-aspect. In die raad zetelen 21 vertegenwoordigers, zowel uit nieuwe als traditionele segmenten van de voedselketen: netwerk van ondernemers, producenten, distributeurs, horeca, consumentenorganisaties, beroepsfederaties en de welzijns- en de gezondheidssector. De leden komen minstens driemaal per jaar bij elkaar om ideeën uit te wisselen over de essentiële onderdelen van de strategie, en om een transversale visie tot stand te brengen door de belangen van hun sector te verdedigen.
Een innovatief proces van overleg en participatie
Deze manier om de Good Food-strategie te beheren is innovatief en bewijst hoezeer de actoren bereid zijn zich nog meer in te zetten en vooral om hun stem te laten horen. Aanvankelijk was er een adviesraad. Nu is er een participatieve raad, die de politiek een representatieve mening van de sector kan geven – hetzij op verzoek, hetzij op eigen initiatief. De definitieve beslissing wordt genomen door de minister van Milieu, die die beslissing niettemin zal moeten motiveren op basis van de door de Participatieve raad verstrekte informatie.
Voorts zijn er werkgroepen gestart om bepaalde thema's waar nodig verder uit te diepen, zodat er ideeën ontstaan voor projecten. Die groepen bestaan met nameuit leden van de adviesraad en kunnen worden aangevuld met externe deskundigen. Ze bespreken bijvoorbeeld de opstelling van een actieplan om de positie van fruithandelaars te verbeteren of om betere samenwerkingsprocessen tot stand te brengen met de groothandelsdistributie.
Een collectief engagement om samen met de politiek de overgang te bevorderen
Eind 2023 heeft de raad een Nota opgesteld die aan de politieke partijen is bezorgd. Waarom? Om te wijzen op de uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd om de transitie van het Brusselse voedingssysteem te verzekeren, zoals gezondheidsproblemen en voedselonzekerheid, de impact van voedingskeuzes op de uitstoot van broeikasgassen, de afname van de biodiversiteit, problemen met winstgevendheid (voor producenten, voor de horeca...), de kwetsbaarheid van de landbouwsector op sociaal vlak en moeilijkheden in verband met landeigendom, de bevoorradingsmoeilijkheden in de korte keten, de prijs van grondstoffen met een duurzame en biologische oorsprong… Allemaal aspecten die worden aangehaald om de nieuwe Brusselse regering te vragen om in te zetten op een gewestelijke voedingsstrategie.