Brussel Hoofdstad werd recent verkozen tot de op één na meest dynamische hoofdstad op het vlak van stadslandbouw, na Montreal. Het telt vandaag 38 stadsboerderijen, meer dan 50 productieprojecten en bijna 150 initiatieven om stedelingen te voeden met producten die vlakbij konden groeien. Een vruchtbaar modelvoorbeeld voor steden dat terrein wint in tijden van aanpassing aan de klimaatverandering en risico's in verband met het gebrek aan voedselzekerheid.
Het is een zeer mooie erkenning voor Brussel: volgens de vergelijkende studie die het Canadese Laboratoire sur l’agriculture urbaine (AU/LAB) onlangs uitvoerde, verovert de Belgische hoofdstad de tweede plaats op het podium van de hoofdsteden die een pioniersrol spelen in de stadslandbouw. Brussel moet Montreal nipt laten voorgaan, maar steekt uit boven steden als Chicago, New York, Londen en Parijs. Op zo’n tien jaar tijd is de stadslandbouw er sterk ontwikkeld, met tegenwoordig 38 stadsboerderijen, 50 lopende productieprojecten en meer dan 150 initiatieven die bedoeld zijn om inwoners van lokaal voedsel te voorzien.
“Het gewestelijke ondersteuningsbeleid [of de strategie Good Food 1, n.v.d.r.], dat sinds 2015 is uitgerold, heeft zijn vruchten afgeworpen”, stelt Gaëtane Charlier, coördinatrice van de Brusselse Federatie van Professionals in de Stadslandbouw (FedeAU) tevreden vast. “Er zijn tal van projecten van start kunnen gaan en de interesse vanuit de burgers blijft toenemen.” Naast collectieve acties en acties van burgers blijft de ontwikkeling van de stadslandbouw in Brussel Hoofdstad en de stadsrand een centrale plek innemen in de strategie Good Food 2 (2022-2030). Er zijn opleidingen rond stadstuinbouw en financiële steun voor de sector, in combinatie met begeleiding voor initiatiefnemers van projecten (stadsboerderijen, samentuinen …) via met name de Facilitator voor Stadslandbouw (FSL).
Tot 20 kg producten per vierkante meter
Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) kan stadslandbouw tot 15 keer meer opleveren dan conventionele landbouw in landelijke gebieden. Per jaar kan een vierkante meter bewerkte oppervlakte bijna 20 kg voedsel produceren. Indrukwekkende cijfers, die gestaafd worden door de wetenschap (200 studies die uitgevoerd werden in 147 steden in 53 landen, en die grondig onderzocht zijn door een multidisciplinair team geleid door onderzoekers van de universiteit van Lancaster). De FedeAU schat de hoeveelheid die de professionele Brusselse landbouwers in 2022 geproduceerd hebben op “meer dan 470 ton kwaliteitsvoeding” en een “fruit- en groenteproductie die op 4 jaar tijd verdubbeld is”, en waarmee je “0,3 % van de inwoners kunt voeden”.
Stadslandbouw, dat door de FedeAU wordt opgewaardeerd tot “eerste schakel in het systeem voor duurzame voeding in Brussel” omvat een brede waaier aan landbouwactiviteiten die in de stedelijke omgeving worden uitgeoefend en die het mogelijk maken om in het stadscentrum of de stadsrand voeding en andere goederen te produceren. In het kader van de Strategie Good Food worden de principes van agro-ecologie aangemoedigd om “de band tussen producenten en stadsbewoners anders in te vullen” en “de menselijke activiteit te verzoenen met instandhouding van de ecosystemen”. Of het nu onder de grond is, in open veld, op het dak van een gebouw, in een ondergrondse parking, of zelfs in een container, de productie kan bij stadslandbouw in allerlei ruimtes plaatsvinden en doorgaans gaat het om biologische en circulaire praktijken. Er worden uiteenlopende methodes toegepast en in het geval van ondergrondse teelten komt er vaak geavanceerde technologie bij kijken: verticale teelt, artificiële verlichting, hydrocultuur, aquaponics … Om een idee te krijgen van de diversiteit in de Brusselse stadslandbouw heeft Good Food overigens een interactieve kaart uitgewerkt. We hebben er 46 hectare in opgenomen waarop men aan stadslandbouw doet en waar onder andere fruit en groenten, paddenstoelen, eieren, melkproducten, honing, eetbare bloemen en specerijen geproduceerd worden.
Een stad die troeven te over heeft
“Als je in bepaalde stukken van Anderlecht rondwandelt en velden, koeien of een groentemarkt ziet, zou je niet denken dat je nog in de stad zit!”, lacht Brigitte Grandjean, de oprichtster van kruidenteeltbedrijf Citysane. In Brussel lijkt de stadslandbouw een opvallend vruchtbare voedingsbodem gevonden te hebben. De Strategie Good Food 2 streeft overigens naar de oprichting van 30 nieuwe productieprojecten en de inzet van 50 extra hectare grond voor agro-ecologie tegen 2030.
Daarbij moet worden opgemerkt dat de stadslandbouw niet beperkt blijft tot enkel produceren. Het gaat er ook om hetgeen lokaal geproduceerd werd te verwerken, te verdelen, op de markt te brengen en te recycleren. Daarvoor zijn ‘Good Food’-netwerken in het leven geroepen, om sterker in te zetten op de verkoop in korte ketens en buurtwinkels.
De andere troeven van de stadslandbouw worden gedeeltelijk ingegeven door de beperkingen die de stedelijke architectuur oplegt. Het gaat dan om de recuperatie van water, het gebruik van organisch afval, de instandhouding van de biodiversiteit en het verzachten van de impact van hittegolven. En dan mogen we zeker de inwoners niet vergeten, want hun levenskwaliteit en sociale connectie wint er uiteindelijk bij, en ze krijgen opnieuw voeling met de natuur en levende materie. Volgens FedeAU zal de stadslandbouw tegen 2030 op die manier 10 à 13 % van de inwoners van de Belgische hoofdstad ten goede komen, terwijl hij amper 0,6 % van het grondgebied inneemt. Overigens is de beperkte ruimte die stadslandbouw vereist een van de grote voordelen ervan. “We hebben geen nood aan grote oppervlakten. Die zijn in de stad al zo zeldzaam”, zegt Brigitte Grandjean verheugd. “Een klein terrein volstaat al, dus dat is exact wat ik nodig heb voor mijn kruidenteelt.” Al die voordelen doen vermoeden dat er in Brussel net als in andere grote steden nog een mooie toekomst weggelegd is voor de stadslandbouw.
Foto © Xavier Claes