Denk er in de herfst eens over na om je frambozen-, aardbeien-, rabarber- of muntplanten te delen. Het netwerk van de Moestuingidsen geeft je graag advies oveér het verplanten en beantwoordt al je vragen.
Luister naar het 'Liedje van het delen' van de Brusselse Moestuingidsen.
Tips om een frambozenstruik te verplaatsen
De herfst is de ideale tijd om je frambozenstruiken te verplaatsen en te verplanten.
Als je frambozenstruiken het goed doen (goede blootstelling en rijke grond), zullen ze zich waarschijnlijk hebben vermenigvuldigd met hun wortels en meerdere nieuwe, jonge scheuten hebben geproduceerd. De frambozen kunnen al snel een struik vormen en ; ook al had je ze op één plaats gestart, het komende jaar gaan de scheuten mogelijks ergens anders ‘naartoe’. Je kunt dan enkele frambozenstruiken willen verplaatsen om een aantal goede redenen (het bed beperken, een pad vrijmaken, enkele weggeven, enz.)
Wanneer is de beste tijd om frambozen te verplanten?
De ideale tijd om je frambozenplanten te verplaatsen is tussen november en maart, tijdens de "rustperiode" van de plant en buiten de vorstperiode. Maar de herfst is nog meer aan te raden, om de plant aan te moedigen opnieuw te wortelen tijdens de winter.
Hoe?
Om je frambozenscheuten te verplaatsen, neem je een spade. Snijd gewoon rond de scheut, om hem te scheiden van de moederplant. Verplant vervolgens de kluit met daarin de scheut in een nieuw gat.
Voor je nieuwe plek:
- Kies een plek in de zon of gedeeltelijke schaduw;
- Graaf een gat van ongeveer 30 cm diep (voor terrassen kun je ze in een bak van 40 cm diep planten);
- Voeg eventueel wat compost toe;
- Plaats de kluit met daarin de plant;
- Geef water en vul opnieuw op;
- Als de verplaatste stengel groot is, snoei hem dan terug tot ongeveer 30 cm boven de grond;
- Plant je meerdere frambozen, plaats elke plant ongeveer 30-40 cm uit elkaar.
NB: Deze methode is geldig voor alle frambozentypen (doordragende herfstframboos of zomerframboos).
Tips om aardbeiplanten te verplaatsen
Elk jaar vormen aardbeiplanten uitlopers, waarop 1, 2 of meer jonge planten groeien. Al snel raakt de bak met aardbeiplanten vol! Waarom zou je er niet een paar uitdelen?
Wanneer?
Tegen het einde van de zomer zijn de jonge planten sterk genoeg om van de moederplant afgesneden te worden. Van augustus tot februari is het dé moment om aardbeiplanten te verplaatsen of te planten. Vermijd wel vorstperiodes om de wortels niet te beschadigen.
Hoe?
- Snijd de uitlopers af die de jonge plant met de andere planten verbinden en graaf de plant met de wortels op.
Vaak is de eerste plant aan de uitloper (de eerste in de buurt van de “moederplant”) het meest interessant. - Aardbeiplanten kunnen gedurende enkele uren of zelf een dag met blote wortels bewaard worden, zolang de wortels vochtig blijven.
- Om ze langer te houden voordat je ze op hun definitieve plek zet, zet je ze in een pot (bijvoorbeeld een pot met een diameter van 8 tot 10 cm) in een mengsel van aarde en compost of gewoon de aarde waaruit ze zijn opgegraven.
- Heb je ze in een potje gezet, kun je wachten tot de lente om ze te verplanten. Tegen die tijd heeft de plant wortels gevormd en is het makkelijker om te verplanten. Planten met blote wortels kun je het beste binnen 24 uur verplanten.
- Om de nieuwe aardbeiplant te planten, maak je de grond een beetje los en als de grond erg zwaar of zandig is, voeg je een beetje compost toe.
- Geef na het planten genoeg water, zodat de wortels en de grond contact maken.
- Vermijd concurrentie van te veel onkruid of andere planten, vooral in het eerste jaar.
Tips om munt te delen
Munt is een zeer wilskrachtige plant die gemakkelijk teruggroeit vanuit een stengel en een wortel.
In de tuin heeft hij de neiging om nieuwe plaatsen te gaan ontdekken en vermenigvuldigt hij zich van jaar tot jaar. Als je hem van een plek moet verwijderen of een beetje moet uitdunnen, kun je wat je opgraaft delen met anderen!
Wanneer?
Munt kan bijna het hele jaar door worden vermeerderd. Je moet de bloeiperiode en de vrieskou vermijden. Aan het einde van de winter is het vaak moeilijk om de wortels te vinden. In de herfst, aan het begin van de rustperiode, is de munt zichtbaar en kan hij gemakkelijk worden opgegraven. In de lente kun je zien waar hij uitkomt en kun je hem ook uitgraven.
Hoe doe je dat?
- Zoek plekken waar de munt erg dicht is of waar je niet wilt dat hij groeit.
- Graaf een kluit munt op, bijvoorbeeld 8cm x 8cm, en snij hierbij de wortels door met een kleine schup.
- Als je de plant direct ergens anders wilt planten, maak je de grond gewoon een beetje los en plant je hem op de nieuwe plek.
- Plaats anders je kleine tak met wortels in een pot (bijv. 9cm diameter) gevuld met tuinaarde, een compost/grondmengsel of een ecologische potgrond.
- Geef de munt voldoende water (hij heeft niet graag dorst!), en geef zeker eens een plantje aan je buren, vrienden, enz.
Planten?
Vergeet niet dat munt zich nogal uitbreidt in de volle grond. Plant het dus niet aan de rand van een hek met je buren zonder hun toestemming, of op een plek die al erg vol is. Munt verplaatst zich een beetje van het ene jaar op het andere en kan een min of meer dicht tapijt vormen als de omstandigheden goed zijn.
Als je hem in een pot zet, vergeet dan niet om de grond om de paar jaar te vervangen, zodat hij 'verhuist'. De munt zal je er dankbaar voor zijn!
Tips om een rabarberplant te splitsen
In november valt de rabarber open en verwelken de laatste bladeren. Dat is de ideale moment om de rabarber te splitsen om ze te vermeerderen.
Rabarber is een vaste plant die elk jaar uit zijn wortels teruggroeit. Door deze wortels te splitsen, is het mogelijk om de plant te vermeerderen, waardoor genetisch identieke rabarberplanten ontstaan.
Hoe?
Het enige wat je hoeft te doen is de wortel opgraven en deze (bijvoorbeeld met een spade) in verschillende delen snijden, die elk meerdere knoppen bevatten. Plant de wortels vervolgens ongeveer 1 tot 1,5 meter uit elkaar.
Een woordje advies
Omdat rabarber erg gulzig is, is het nu tijd om wat compost toe te voegen.
In beeld
Klik hier voor onze tutorial over het vermeerderen van rabarber.
Vragen?
Neem contact op met een moestuingids. Je vindt hun contactgegevens in de wijzer van de Brusselse Moestuingidsen.